zondag 29 december 2013

Zielig!

Het zal aan de tijd van het jaar liggen, maar waarschijnlijk ook aan mijn aard. Ik ben gevoelig voor zielig.
Nou is dat nog wel logisch en invoelbaar als het om Zielig gaat. Maar ik betrap mezelf soms op dat ik wat al te gevoelig ben.

Zo kregen we een kalender van ons garagebedrijf. Ik zat er al op te wachten, want het is een fijne kalender. En wat doe ik als eerste? Het lijstje met Belangrijke Telefoonnummers over hun naam plakken (want daar is nu eenmaal ruimte).
Ik vind dat zielig. Die mensen hebben de moeite genomen mij een kalender te sturen, het kost ze geld, en ik ben er blij mee. En wat doe ik?
Daarom noem ik hier hun naam: Autobedrijf Enting in Zwartsluis. Om het goed te maken.

Ik heb het vaker. Ik heb het met die ene winkel waar ik uit gemak (ben toch in de buurt) iets koop wat ik normaal altijd bij een andere winkel koop.
Ik heb het met straatmuzikanten, waar ik zomaar stoïcijns aan voorbij dreig te lopen. Straatwervers hebben een goeie aan mij, en collectanten zeker. Ik heb het met macaronietjes die in het kokende water gegooid worden. Ik heb het met die ene sperzieboon die op een bord blijft liggen. Heeft zich z'n hele leven verheugd op dat ene moment, het hoogst haalbare: opgegeten te worden, het doel van zijn leven.

Ik heb het met ongelezen boeken, onbeluisterde CD's. Ik kan kerstkaarten en felicitatiekaarten onmogelijk weggooien.

Ik heb het met lezingen in de krant waar ik niet naar toe ga. Als er in de krant vrijwilligers gevraagd worden en ik niks van me laat horen. Als ik een liedje of een gesprek op de radio halverwege uitzet. Als er ergens een festival georganiseerd wordt en ik ga niet. Ook niet als het gratis is.

Ik heb het zelfs met ongeadresseerd drukwerk. Daar hebben ook mensen hun best voor gedaan, over gebrainstormd, er hebben een tekstschrijver en DTP'er op geploeterd, en ik gooi het ongezien in de oudpapierbak.

Wat ben ik voor lomperik?





dinsdag 17 december 2013

Methodes om stiekem te lezen in bed

Ik was een leesbeest toen ik klein was.
We woonden tegenover de bieb in Wijhe en het kwam voor dat ik 's morgens in de vakantie vier boeken haalde, (meer mocht niet) en ze nog net voor sluitingstijd kon omruilen voor vier nieuwe.

Ik had allerlei methodes ontwikkeld om stiekem in bed te lezen.

Methode 1: het lampje.
Benodigdheden: fietslampje, paperclip, batterij.

Ik zette een omgebogen paperclip tegen de - van een batterij en zette een fietslampje tegen de +, en wikkelde het ijzerdraadje om de schroefdraad van het lampje. Werkte perfect.


Methode 2: het weerspiegelen van het licht van de overloop door middel van een spiegeltje.
Benodigdheden: spiegeltje, ouders die gevoelig zijn voor zielige gezichten.

Met een zielig gezicht kreeg ik het voor elkaar dat de deur een stukje open mocht blijven en het overlooplicht aan. Weerspiegel het licht op je boek.





Methode 3:
Alleen aan te bevelen als de vorige methodes niet haalbaar zijn.
Benodigdheden: een glow-in-the-dark-iets.


Ik had een wijzer van een kapotte klok met een glow in the dark streepje erop, die ik onder de lamp hield tot het licht uit moest. Daarna kon ik nog een aantal minuten doorlezen, regel voor regel.




Helaas deden mijn ouders helemaal niet moeilijk over stiekem lezen in bed. 





woensdag 4 december 2013

Van ruilen komt...

Niet altijd werk ik voor geld.

Als er iets op mijn pad komt, als het wat tijd betreft uitkomt en ik er het goeie (onbenoembare) gevoel bij heb, of zomaar omdat ik er zin in heb, doe ik iets waar ik geen vette factuur voor stuur. En dat kan soms leuke dingen opleveren.

Zo kreeg ik alweer een tijd geleden een mail van Ireen Thomas. Ze vroeg of ze mijn tekening van een gitaar mocht hergebruiken voor haar lessen. En wat ik daarvoor vroeg.
Tja. Wat vraag je daarvoor?
Maak maar een bedrag over naar de Hartstichting, zei ik. Ze deed het.



Kort geleden kreeg ik weer een mailtje van haar. Omdat ze ook luitlessen geeft, wilde ze ook een tekeningetje van een luit. Die had ik niet op voorraad, dus daar moest ik wel voor aan het werk. Weer stelde ik voor om een bedrag naar de Hartstichting over te maken, waar ze akkoord mee ging.

En ik dacht: luit? Wat is dat eigenlijk voor een ding? Ik keek op haar website en ontdekte de prachtige muziek die ze ermee maakt. En ik zei: als het bedrag dat je voor de Hartstichting in gedachten had ongeveer overeen komt met een van je cd's, dan wil ik die ook wel...


De volgende dag al lagen haar 2 cd's op de mat, die ik meteen in iTunes inlaadde (want ik heb geen cdspeler meer :-)

En wat blijkt: het is perfecte muziek om op te schrijven.

https://soundcloud.com/ireenthomas/sets/contemplations

Daar kan ik nou enorm van genieten. Natuurlijk had ik een factuur kunnen sturen, en van dat geld iets leuks voor mezelf kunnen kopen. CD's bijvoorbeeld ;-)

Ruilen is leuker.

Als we straks allemaal geen geld meer hebben, kunnen we altijd nog ruilen.

(En dat bedrag aan de Hartstichting maak ik alsnog zelf over.)

dinsdag 26 november 2013

Helaas moeten wij u berichten...

Al twaalf jaar ben ik fulltime schrijver en illustrator. Ik werk thuis, en alleen, en dat bevalt me erg goed. Zodra m'n dochter naar school is loop ik met een kop koffie naar mijn werkkamer en werk tot ze weer terug is. Ik vind het nog steeds geweldig en hoop het de rest van mijn leven te kunnen blijven doen.

Ik zou helemaal gek worden, zeggen mensen soms. De hele dag alleen?
Ik moet mensen zien, zeggen anderen.

Ik heb dat niet zo, ben wat dat betreft een echte introvert. Maar de laatste jaren heb ik toch een onbestemd gevoel als ik weer eens dagen niemand zie. Een beetje teveel Iris. De hele dag alleen maar mijn eigen gedachten, niets nieuws van buitenaf. Twitter is een redelijke vervanging van koffieautomatenpraat, maar haalt het niet bij echt contact.

Vaker dan eens dacht ik: een dagdeel buitenshuis werken, me ergens voor inzetten, tussen de mensen, iets nuttigs doen dat nou eens niet zoveel met mezelf te maken heeft, dat wil ik. 's Morgens de deur uitgaan, en dan: thuiskomen.

Een paar weken geleden kwam ik een vacature tegen als docent op de kunstacademie, mijn eigen opleiding! Voor een dagdeel in de week. Ik wist meteen: dat wil ik. Alles wat ik leuk vind komt daarin samen. Dit komt niet voor niets op mijn pad.

Een sollicitatiebrief schrijven heb ik al zeker 20 jaar niet gedaan. Ik vermoed dat de laatste voor een vakantiebaantje was, maar dat weet ik niet meer zeker. Mijn andere banen gingen via een uitzendbureau. Ik werd overal meteen aangenomen, echt solliciteren heb ik eigenlijk nooit hoeven doen.

Ik dacht lang over na over mijn brief en CV. Zocht op internet informatie. Moest het nog net als vroeger met de hand en vulpen? Of moet je tegenwoordig een youtube filmpje opnemen waarin je in een mini-thriller je motivatie bekend maakt? Of is het beter om, zeker voor deze functie, een artistieke oplossing te zoeken? Een schilderij, een knallende brief ontwerpen, inclusief muziek en confettikanon, of jezelf verkleed per post in een doos met gaatjes te versturen?

Ik besloot om een zo gewoon mogelijke brief te sturen.
Met bonzend hart drukte ik op verzenden (want per post versturen hoeft natuurlijk ook al jaren niet meer).

En toen begon het Grote Wachten.

In gedachten verzon ik al diverse lessen, stelde me voor hoe ik zou lopen in de gangen van de academie, zag mezelf tussen de studenten, die aan mijn lippen zouden hangen. Alles wat ik de afgelopen bijna 20 jaar geleerd heb, zou ik door kunnen geven, uitleggen aan studenten die net zo graag willen als ik toen en nu. Ik weet zeker dat ik heel wat te vertellen heb.

Twijfels had ik ook: echt lesgeven heb ik, ondanks mijn lesbevoegdheid, nooit gedaan. Zou ik het wel kunnen? Ben ik wel 'stevig' genoeg? Zou het niet teveel tijd en energie vergen? Zou het niet juist 'teveel' mensen en indrukken zijn?

Gisteren kwam er een einde aan het Wachten.
Er ploinkte een mailtje in mijn mailbox met als titel: Afwijzing.

Ik baal. Ja, dat mag ik best zeggen. Ik baal ervan. Niet eens uitgenodigd voor een gesprek.

Misschien toch een vliegtuig moeten huren met sleeptekst?

Voorlopig blijft alles dus zoals het was en daar is helemaal niets mis mee. Ik ga intussen gewoon op zoek naar iets anders, waarvoor ik het huis uit moet. Er komt vanzelf weer iets op mijn pad. Gek genoeg zorgde die afwijzing ook voor een explosie aan ruimte en ideeën in mijn hoofd, boeken en verhalen. Dus daar stort ik mij de komende tijd. In mijn eentje op mijn zolderkamer :-)


@edit: ik besef dat mijn verhaal niets voorstelt in vergelijking met mensen die echt dringend een baan nodig hebben en afwijzing op afwijzing krijgen, terwijl ze alles in huis hebben. Vergeleken daarmee is bovenstaande verhaal natuurlijk een luxeprobleem. 

woensdag 20 november 2013

Overstroomd

Soms zijn er boeken waarvan je meteen denkt: die wil ik lezen.
Noem het intuïtie, of een intrigerende omslag en titel. Het overkwam me bij Overstroomd van Eva Moraal. Ik kocht het boek bij de schrijfster zelf en ontving een gesigneerd exemplaar.

Ongeveer een jaar geleden.

Zo lang lag het hier op de plank, tussen allerlei andere To Read boeken. Toen ik het een paar weken geleden dan toch eindelijk opensloeg, las ik het in een keer uit.

Wat een goed verhaal!

Eva schetst een treurige wereld, ergens in een niet al te verre toekomst. Er zijn twee Grote Overstromingen geweest en in de bevolking is hierdoor een tweedeling ontstaan: de Natten en de Drogen. De Natten zijn arm en de dreiging van het water is voor hen nog steeds aanwezig, de Drogen zijn rijk en beschermd.

Nina, een Droge, moet naar een Natte middelbare school omdat haar school bij de laatste overstroming is vernietigd. Ze wordt verliefd op Max, een Natte. Dit is onmogelijk in deze maatschappij, en dan weet Max nog niet eens dat haar vader gouverneur is en een rol speelde in de Overstroming waar Max' vader omkwam, en ook haar eigen zusje Isa. Een ingewikkeld en razend spannende verwikkeling volgt.

Het verhaal wordt verteld vanuit Nina en vanuit Max. Knap hoe de schrijfster beide jongeren een eigen stem geeft. Zo zegt Max over de buurtkat: 'dat die de zandbak volschijt' en Nina over dezelfde kat: 'doet zijn behoefte in de zandbak.' Veelzeggend.



Geen moment staat het verhaal stil, het stokt nergens. De sfeer van een grijze, vochtige, naargeestige stad wordt mooi opgeroepen en ook de alom aanwezige dreiging van het water en de vijand.

Hoe de maatschappij er uitziet wordt nergens expliciet uitgelegd, alles wat je moet weten blijkt tussen de regels door gedurende het verhaal. Geen saaie infodump, gelukkig. Wel rezen er bij mij gedurende het verhaal vragen: is dit Nederland over een paar jaar? Bestaan steden als Amsterdam, Groningen en Kampen nog? Welk deel staat onder water? Hoe ziet de rest van Europa eruit? In welk jaar speelt het zich eigenlijk af? Niet over al te lange tijd, denk ik, want Max heeft nog een ouderwetse CD-speler in huis en draait zelfs Bob Dylan. ('Muziek uit de vorige eeuw')

Voor het verhaal doen de antwoorden op zich niet ter zake, maar ik had het wel graag willen weten, voor een wat completer beeld van Nederland na de twee Grote Overstromingen.

Een dikke vette aanrader!


donderdag 14 november 2013

In je blootje naar een feest gaan

Het boek is geschreven, het werk is gedaan.
Nadat je de zoveelste en nu echt allerlaatste versie hebt verzonden is het out of your hands. Je kunt er niets meer aan veranderen.

Na een paar weken of maanden wordt het boek bij je thuisbezorgd en niet lang daarna ligt het in de winkels. Althans, dat hoop je. Vanaf dat moment begint ook het Grote Googelen. Lezen mensen het? Wat vinden ze ervan? Wordt het gerecenseerd?

De schrik is groot als de titel van het boek in de zoekresultaten verschijnt. Je klikt erop en je ogen vliegen over de tekst. Vreugde als ie positief is, een knoop in je maag als er kritiek is.
Zo werkt dat nou eenmaal. Een boek uitgeven is in je blootje naar een feest gaan.

Het ergste is als er helemaal niets over je boek gezegd wordt.

Zwaartekracht heeft tot nu toe zes recensies en die zijn alle zes uitgesproken positief. Ik ben daar natuurlijk heel erg blij mee. Het is meer dan ik had durven hopen, omdat ik zelf erg kritisch ben op wat ik schrijf. Ongeveer tien minuten nadat ik de Allerlaatste Versie had verstuurd, bedacht ik al dingen die ik beter had moeten doen en tegen de tijd dat het uitkwam had ik het liefst nog een Allerallerallerlaatste versie geschreven. Kritiek in recensies neem ik dan ook graag ter harte om er mijn voordeel mee te doen voor een volgend verhaal.

Je kunt nooit helemaal inschatten of in de hand houden hoe een verhaal opgevat wordt door anderen. Eigenlijk zijn er twee verhalen: het verhaal dat ik schreef en het verhaal zoals het gelezen wordt door de ander. Het eerste is van mij, het ander is dat niet.

Het grappige is dat recensenten en lezers soms dingen in mijn verhaal lezen die ik er zelf niet in zag. Drie van de recensies hebben het over 'catfishing', je online anders voordoen dan je bent. Ik kende die term wel, maar tijdens het schrijven is die niet een keer in me opgekomen. Ha leuk, Zwaartekracht gaat dus over catfishing!

Over mijn eerste boek Sofie komt te laat (waarin Sofie in een erg rommelig huis woont) schreef een recensent: "En mogen we het boekje ook opvatten als een milde kritiek op tweeverdieners die de regie over hun huishouden zijn kwijtgeraakt?"



Ik heb erom geglimlacht: daar had ik nou zelf helemaal nog niet aan gedacht.


Reacties van lezers zijn goud waard. Een boek is niets zonder lezers. Het is een theaterstuk waar je hart en ziel in ligt en dat je erg goed geoefend hebt opvoeren voor een lege zaal.  

zondag 10 november 2013

Schrijftips tijdens Nanowrimo (en daarna)

Je bent voortvarend van start gegaan, misschien zelfs meer geschreven dan je van plan was, het ging heel erg goed en nu lukt het niet meer.

Herkenbaar? Volstrekt normaal en zelfs een bekend fenomeen op zo ongeveer de helft van Nanowrimo. Je bent voor een groot deel leeggelopen, alles waar je al maanden of zelfs jaren mee rondliep staat nu op papier of in je scherm. En nu weet je het even niet meer.

Ten eerste: geen paniek! Het is normaal. Het overkomt iedereen, zelfs gerenommeerde schrijvers. Het wil niet zeggen dat je verhaal niet deugt of dat jij niet deugt. Het wil alleen zeggen dat je even afstand moet nemen om te zien waar en hoe je verder kunt gaan. Zoals een schilder een paar stappen achteruit zet om het geheel te overzien.

Een schrijfdip betekent in de meeste gevallen dat je hersens nog altijd op volle toeren draaien om weer aan de slag te kunnen met je verhaal, maar dat ze het beginnetje nog niet hebben gevonden.

Dat kan lukken met de volgende tips:
  • Vertel iedereen dat je meedoet. Niet alleen werkt het als een stok achter de deur, het uitspreken van 'ik doe mee met nanowrimo' is voor jezelf ook een statement. Bleef het tot dan toe misschien bij een vage belofte aan jezelf, nu heb je het gezegd. Waarschijnlijk voelt het stoer en eng tegelijk.
  • Als mensen er nu naar vragen, zeg dan in alle eerlijkheid dat het even niet zo lekker gaat. Gebruik in elk geval het woord 'even' of 'op dit moment' want zo is het. Morgen, vanavond kan het weer anders zijn! Zoek ook contact met medeschrijvers op fora en twitter, en je zult merken dat schrijfdips schering en inslag zijn.
  • Noteer zoveel mogelijk vragen. Wie maakt wat mee, wanneer, waarom? Vooral die laatste vraag is natuurlijk belangrijk. Een verhaal is uiteindelijk niets anders dan oorzaak en gevolg. Vooral het woord 'waardoor' is behulpzaam.
  • Noteer in het zeer kort het verloop van jouw verhaal tot nu toe, bv: eenzame man komt op een dag een oud klasgenoot tegen, waardoor er herinneringen boven komen, waardoor hij nieuwsgierig wordt, waardoor hij op zoek gaat, waardoor hij ontslag neemt... etc. Deze rode draad helder hebben helpt je om verder te denken.
  • Schrijven op papier als je normaal op de computer schrijft en andersom, kan ook helpen om je op een ander spoor te zetten. Beide heeft voor- en nadelen. Probeer het uit. Evenals op een andere plek schrijven. Ga koffiedrinken met je notitieboek in de stationsrestauratie of in de hema en ontdek wat dat met je doet.
  • Het allerbelangrijkste bij Nanowrimo is dat je de innerlijke criticus de mond snoert. Het is tevens het allermoeilijkste. Hou jezelf voor dat het geen meesterwerk mag worden, dat je alle 50.000 woorden na afloop weggooit. Nanowrimo is een oefening om je eigen stem te vinden, zoals een pianist duizenden vingeroefeningen doet die ook nooit door iemand gehoord worden.
  • Het kan helpen om jouw IC, als hij dan toch te hard schreeuwt om verder te werken, een eigen stem te geven in een apart document. Noteer alle opmerkingen die hij maakt daar en besteed er verder weinig aandacht aan. (Kun je niet, dit is cliché, en jij denkt dat je schrijven kan? Wat een blabla.)
  • Let ook nog niet op spelling en interpunctie (zet die functie uit in je tekstverwerker, het leidt alleen maar af).
  • Je hoeft vandaag niet verder te gaan waar je gisteren gebleven was. Lukt het even niet, schrijf dan aan een scène die veel verder in het verhaal plaatsvindt.
  • Je hoeft zelfs niet in hele zinnen te schrijven. Losse woorden mogen ook. Waar het om gaat is dat er iets op gang komt, iets begint te stromen in je hoofd.
  • Zie de scène in gedachten voor je, alsof je er bij bent, alsof je je hoofdpersoon bent. Loop rond in je zelfbedachte ruimte, praat met je zelfgeschapen personages, onderga de scène. En schrijf alles op wat je opvalt in je nieuwe gedaante. Een schrijver is een acteur.
  • Gebruik al je zintuigen, veel schrijvers focussen op beeld en taal, maar er is ook geur, geluid, gevoel en smaak. Hoe zintuiglijker je schrijft, hoe levendiger!
  • (Her)lees een boek dat je goed vindt. Leg het gewoon naast je toetsenbord en sla het af en toe open. Mij helpt dat enorm om weer op stoom te komen.
  • Schrijf zo concreet mogelijk, niet: Hij ging eten, maar: Hij haalde een patatje oorlog. of: Hij dineerde in Kaatje bij de Sluis. Twee redenen: 1. Het wordt er veel beeldender van (je ziet het patatje voor je) en 2. Je kunt er de persoon verder mee karakteriseren. Iemand die een patatje haalt is een ander persoon dan wie gaat dineren.
  • Lees je tekst terug. Zit er een personage in of detail dat je terug kunt laten komen? Vooral als je in een flow hebt geschreven, zul je zien dat je jezelf verrast met wat je schreef. Mij overkomt het heel vaak dat ik iets geschreven heb dat later wonderwel van pas blijkt te komen om het verhaal verder te laten stromen. Dat kan een persoon zijn maar ook een handeling of een voorwerp.

dinsdag 29 oktober 2013

Crisis


Factuur 600 verstuurd, al sinds 1995 bezig met opdrachten, heel erg druk gehad, ontzettend veel getekend.

En nu is het opeens al een tijdje best rustig. Crisis? Toeval? Uitgerangeerd?

Maakt niet uit. Ik moest er even aan wennen, maar zag meteen mijn kans: naast dat ik veel tijd heb om te schrijven (joepie!) wilde ik ook al veel langer eens wat anders uitproberen met mijn tekenwerk. Ander materiaal, andere invalshoek.

Maar dat doe je niet zo snel als er een deadline in je nek hijgt, en de opdrachtgever je gevraagd heeft om werk dat hij al van je kent. Een nieuwe stijl of materiaal onder de knie krijgen vergt veel tijd. En die heb ik nu.

Een paar weken geleden kwam ik (notabene in de Intertoys) een boekje tegen, een geïllustreerde kinderbijbel. Ik viel meteen voor de illustraties. Zo vrij, zo licht, zo leuk!
Helaas had ik mezelf net een BoekKoopVerbod opgelegd, maar toen ik ontdekte dat het maar 4,95 kostte heb ik die regel bruut overtreden. Het boek inspireerde mij in de winkel al zo dat het dat geld meer dan waard was. 

De illustraties zijn gemaakt door Chiara Raineri.

Het zijn geen wereldschokkende tekeningen, maar ze openden mijn ogen voor hoe ik al die jaren op een bepaalde manier heb geïllustreerd. Hoe ik doorploegde binnen één stramien. Er zit wel ontwikkeling in, maar wel steeds op dezelfde route. Ik wil eens wat anders!




De wolk: waarom niet gewoon wat gekras en waarom die 
berg niet gewoon dwars door dat figuurtje geschilderd? 
Het zou niet in me opkomen. 




Een figuur op een apart papiertje getekend en niet netjes uitgeknipt. 


Een van de figuren op een ander soort papier tekenen. Why not?



Ik had moeilijk lopen doen en opgezocht waar de maag van een walvis zit en
hoe dat anatomisch toch allemaal had gemoeten. 
Chiara niet. Zij tekent Jona gewoon in de walvis. :-)



Het slachtoffer op een gescheurd papiertje tekenen met zichtbare lijmvlekken. 


Inmiddels heb ik al heel wat geëxperimenteerd. En hoe mooi: er kwamen twee verzoeken tot illustraties binnen waarin ik zowel de tijd als de ruimte krijg om nieuwe dingen te proberen. Het is nog een beetje te vroeg om daar wat van te laten zien, (en ik vind het eng) maar het is in elk geval bijzonder inspirerend om mezelf toe te staan te klooien en te pielen. Zonder deadline en zonder gehijg. 





zondag 27 oktober 2013

Mijmeringen


Afgelopen zaterdag gaf ik een workshop "Hoe schrijf ik een boek" in het dorp waar ik geboren ben, Sassenheim. Het was bijna twee uur met de trein.

Ik hou van treinreizen. Het is een van de weinige momenten dat ik uit het raam kan staren zonder dat mijn Nuttigheidsdwang me achter de broek zit.

Een paar uur te vroeg was ik er al. Ook zoiets wat ik heel fijn vind: dwalen door een stad of dorp. Ik liep langs het huis van mijn oma aan de Zandslootkade, waar mijn moeder en haar broers en zussen opgroeiden en waar mijn oma tot op hoge leeftijd woonde. Ik bezocht het kerkhof waar mijn voorouders liggen, bij een mooie kerk midden in het dorp. Ik wandelde door de straat waar mijn vader opgroeide en kwam langs het oude schoolgebouw waar mijn vader en moeder elkaar leerden kennen. Dat moet rond 1963 geweest zijn.



Dit is waar 'ik' begon, zou je kunnen zeggen. Gek idee. Het had allemaal makkelijk heel anders kunnen gaan, maar zo ging het en daarom ben ik er.

Lang heb ik hier zelf niet gewoond, toen ik drie maanden was verhuisden we naar Zwolle. Maar Sassem voelt nog altijd een beetje van mij, natuurlijk ook omdat we er vaak kwamen. 

Ik dronk ergens koffie, at een boterham en mijmerde over de tijd en dingen die voorbijgaan.

Om drie uur begon de workshop. De eigenaresse van Boekhandel Wagner had een lange tafel neergezet en twee van haar dochters verzorgden de koffie en thee. Er kwam bijna dertig man, ongekend veel. Het was heel erg leuk. Ik ben niet zo'n prater, maar met dit publiek ging het me heel makkelijk af. Je voelt het als mensen willen horen wat je te vertellen hebt, en dan gaat het vanzelf.

Voldaan liep ik weer naar het station en treinde naar huis met in mijn tas twee nieuwe boeken: eentje van Marcel Vaarmeijer, die er zonder dat ik het wist ook was om onze afgesproken Boekruil te bewerkstelligen, (Ik Su-Su-Superster en hij Zwaartekracht) en een boek als cadeau voor mijn workshop. Ik mocht kiezen en het werd: Achterstallig geluk van Lieneke Dijkzeul.  

woensdag 23 oktober 2013

Een groot, mollig en ongelukkig spuugdoekje


Negen jaar geleden was ik hoogzwanger.
Een wonder. Elk kind is een wonder, maar ons was gezegd dat de kans dat we spontaan een kind zouden krijgen klein was. Toch kwam ze, uit zichzelf, na vijf jaar wachten.

Ik heb altijd al heel erg graag willen tekenen en schrijven en was daar fanatiek mee bezig. Veel mensen hadden me voorspeld dat ik nadat ik moeder zou zijn geworden dat allemaal niet meer zo belangrijk zou vinden. Ik hoopte dat dat niet het geval zou zijn en ik kon het me ook niet voorstellen.

'Wacht maar,' zeiden die mensen.

Het was niet zo.

Uiteraard waren er opeens enorme gaten geslagen in de zeeën van tijd die ik eerst had. Dat had tot gevolg dat ik heel scherp moest kiezen in de tijd die ik wél had: ging ik stofzuigen, of schrijven? Sokjes breien of een kinderboek illustreren?

En had ik tien minuten over, dacht ik niet zoals eerst: ik doe niks meer, want wat kun je doen in die tijd? Nee, tien minuten waren opeens een zee van tijd waarin ik sprokkeldingetjes kon doen: enveloppen schrijven, een mailtje beantwoorden, tekeningen inscannen.

Ik deelde mijn werkzaamheden op in concentratiewerk (dat deed ik als ik een goede nacht had gehad en ik niet instortte van vermoeidheid) of routinewerk (wat makkelijk kon op een onderbroken nacht van een paar uur.)

Ik deed minstens zoveel als voorheen in veel minder tijd en alles wat niet belangrijk was, viel af. Mijn haar plakte als een pannenkoek om mijn hoofd, ik krabde melkvlekken op schouderhoogte van mijn mouwen zodat het nog wel een dag meekon, ik kookte lui en ik vrees dat ik in die tijd niet overliep van sociaal intermenselijk gedrag.

Heel efficiënt allemaal. Ik ging als een speer.

Maar ik staarde ook nooit meer een uur uit een raam. Ik keek zelden meer een stomme film met mijn voeten op tafel en mijn hand in een zak chips. (Dat laatste deed ik wel, die hand, maar dan met in mijn andere hand de muis). Ik deed nooit meer niks, ik kon dat zelfs niet meer. Ik was helemaal gericht op Doen en dan vooral Dingen Die Nut Hadden Voor Mijn Werk.

Het kind in kwestie heeft er weinig van gemerkt, want ik deed zo goed als alles als ze sliep, in de avonduren of op de dag dat mijn eega thuis was, en later op de twee halve dagen dat ze naar de opvang ging.

Waar kwam die bewijsdrang vandaan? Waarom wilde ik laten zien dat ik het allemaal kon: een baby'tje krijgen, moeder worden, een dreumesje opvoeden en wat werk betreft doorgaan alsof er niets gebeurd was?

Ik weet het niet. Niet echt. Zoiets zal het zijn: Ik wilde blijven meetellen. Ik wilde pertinent niet door het moederschap vermutsen. Maar vooral dit: het schrijven en tekenen is iets van mij. Zonder dat was ik veranderd in een groot, mollig en ongelukkig spuugdoekje.  

Toen deze bijna negenjarige een baby'tje was, schreef ik dit boek 
met haar tegen me aan. Nu leest ze het zelf.

woensdag 16 oktober 2013

Factuur 600


Vandaag stuurde ik een factuur met nummer 600.
Zeshonderd!

In 1995 kreeg ik mijn diploma van de kunstacademie. Datzelfde jaar deed ik mijn eerste betaalde opdracht: een tekening in een boek over leren praten (geen idee of ik het nog heb). Ik stuurde daar vast geen factuur voor. Ik weet nog dat de vrouw voor wie ik het deed vond dat ik er te weinig voor vroeg en ze bood aan me 50 gulden te betalen. 

Ik bleef nog twee jaar hangen op de academie en haalde mijn lesbevoegdheid. Daarna zocht ik een baan: niets deed mij geloven dat ik van het illustreren zou kunnen leven. Ik werkte bij de bank, en nadat ik daar gillend weggerend was (maar wel tijdens een oersaaie bijeenkomst mijn logo ontwierp) kwam ik bij een communicatiebureau terecht waar ik als DTP'er werkte. Erg leuk, veel geleerd van de 'achterkant' van het vormgeven. Goud waard voor mijn eigen werk. 



In 1998 had ik als een van de weinige illustratoren al een eigen website, veel stelde het niet voor, wat plaatjes en mijn adres. Maar ik kreeg in een week twee grote opdrachten en toen begon het balletje te rollen. Ken je deze cheetah? Hij rijdt nog steeds rond rondom Zwolle, ik heb 'm al in het hele land gezien. Getekend door mij! Dat was een van mijn eerste opdrachten, in 1998.


Ik moest steeds vaker vrij nemen van mijn werk om mijn illustratiewerk af te kunnen krijgen. Ik stond op een tweesprong: om meer werk te krijgen zodat ik er van kon leven zou ik meer acquisitie moeten doen, maar door mijn DTP-werk had ik daar geen tijd voor. Bovendien wilde ik ook serieus werk gaan maken van het schrijven.

Ik weet nog dat ik terugreed van m'n werk, van Emmeloord naar Kampen, en dat ik ergens op die weg naar de wolken keek en in mezelf de zekerheid voelde: ik kan het. Ik wéét dat ik het kan.

Vlak voor mijn 30e verjaardag nam ik de sprong in het diepe: ik ging fulltime illustreren. Nou was dat ook te doen: we hadden nog geen kind, en mijn echtgenoot heeft een vast inkomen. (Ik weet niet wat ik gedaan zou hebben als ik alleen was geweest).

Natuurlijk werd het op dat moment meteen angstvallig rustig. Gelukkig trok dat bij en sinds 2001 werk ik fulltime als schrijver en illustrator.

Ik heb domme dingen gedaan (veel te veel werk voor veel te weinig geld, of geen goede zakelijke afspraken gemaakt, of werk aangenomen waar ik eigenlijk niet geschikt voor was, of geen nee kunnen zeggen en met veel te veel werk opgescheept zitten en een idiote deadline, zelfs een keer vergeten om een factuur te sturen! (*schaam*)) maar vooral veel bijzondere dingen gedaan, veel mensen leren kennen, en ongelooflijk veel geleerd!

Zeshonderd facturen: dat zijn zowel hele grote opdrachten geweest zoals het logopedieboek (1138 illustraties!), ongeveer honderd kinderboeken, en ook geboortekaartjes en eenmalige cartoons of een enkel dtp-klusje. 

600 opdrachten in 15 jaar: dat is gemiddeld 40 per jaar, zo een per week. Voor de boeken (18) die ik schreef stuurde ik geen factuur, dus die komen er in gedachten nog bij. 

Wat heb ik toch ongelooflijk leuk werk, ik hoop zo dat ik het de rest van mijn leven kan blijven doen.

Ik ga (in elk geval) voor de 1000 facturen. Of 1200. Of nog veel meer.

Grappig detail is trouwens, dat de klus die ik voor factuur 600 deed het (her)schrijven van een zakelijke tekst was.  





dinsdag 15 oktober 2013

Paardenkont en eeuwigheid

Ik ben aan het werk als de telefoon gaat. Het is mijn dochter van bijna negen jaar.
Haar stem aan de telefoon ontroert me altijd, vooral als ik vlak daarvoor met zoiets triviaals als de BTW-aangifte bezig was. 
'Mam, mag ik mee met A. naar paardrijden?'

Ze belt met de mobiel van de vader van A, die op het punt staat te vertrekken. 
Ik moet NU beslissen. En IK moet dat doen, ik kan niet overleggen of erover nadenken. 

Mag mijn dochter met een vreemde vader mee naar paardrijden ergens?

Mijn hele lijf zegt: Nee. Een paard is gevaarlijk. Is er wel begeleiding, straks gaat ze er achter staan, ik heb die vader alleen een keer in het voorbijgaan gezien, geen idee wat voor man het is, waar is het eigenlijk? Je geeft je kind toch niet zomaar mee aan iemand die je niet kent en ook nog zonder dat je weet waar het is? Straks drinkt ie een borrel daar of rijdt ie als een idioot? Waarom moet dat hele kind eigenlijk naar paardrijden, wat is er mis met stoepkrijten of kettingrijgen? 

Wat een verschrikkelijk overbezorgd geneuzel, klinkt een andere stem. Je moet je kind loslaten. Heb vertrouwen in de ander. Die vader is vast voorzichtig met rijden, zijn eigen dochter gaat ook mee en er zijn vast mensen op die manege. En ze redt zich wel. Je kunt haar niet altijd bij je houden, ze gaat haar eigen leven leiden. Ooit zal ze nog veel engere dingen zonder jou doen en je kunt er maar beter aan wennen. Of wil je soms dat je kind stikt in je overbescherming?

Met mijn hoofd vol met aan eindigheid en eeuwigheid en hemel en dood gerelateerde gedachten wacht mijn dochter nog altijd aan de andere kant van de lijn. 
'Nou, mag het?'

Ik ben benieuwd naar mijn antwoord. 

'Tuurlijk,'  zeg ik. 'Veel plezier, meisje.'

Het gesprek in mijn hoofd gaat nog wel even door.






Update: ik kreeg net een telefoontje dat het hele paardrijden niet doorgaat. Mijn volgende blog gaat over overbodige stress.


zondag 6 oktober 2013

Ontspullen


Wat hebben we veel spullen. Zoveel spullen. Voor ooit. Voor misschien. Gekregen van. Herinnering aan. Zelfgemaakt door.

Eens in de zoveel tijd ben ik (vermoedelijk hormonaal bepaald) sterker dan die sentimenten. Meteen moet ik daar gebruik van maken en ren ik met een vuilniszak en doos door het huis.
Kleren, speelgoed, dingetjes, blikjes, spullen. Weg met die zooi.

Vanochtend heb ik zelfs - een unicum- een doos vol boeken weggedaan.

Echt weggooien wil ik niet en hoeft ook niet. Alles gaat naar de Kringloopwinkel.
Als ik daarvandaan terugrijd (en weg echt weg is) verkeer ik altijd in een zeer aangename stemming.
Het is een nog fijner gevoel dan wanneer ik iets gekocht heb.
Ik ben ergens van verlost.


Jij bezit de spullen niet, ze bezitten jou.

dinsdag 1 oktober 2013

Er is geen bal op de tv


Vroeger mocht ik op woensdagmiddag televisiekijken en op zaterdagavond. Al had ik vaker gewild, het had geen zin: er was niks op. We keken eerst nog zwart-wit, toen ik een jaar of zes was kregen we een kleurentelevisie. Er waren twee netten en later drie. Als er niks uitgezonden werd, zag je een testbeeld. (Bestaan die dingen nog?)

We hadden geen afstandsbediening. Je moest van tevoren bedenken wat je wilde zien en pas daarna kon je je op de bank laten vallen. Maar zappen hoefde ook niet, want er was toch niks anders op.

Een keer voor mijn verjaardag huurden we een moviebox en keken Ciske de Rat. Dat was wat. Toen ik het huis uitging, kochten mijn ouders een videorecorder (ze bezworen dat het een niets met het ander te maken had).

Zonder tv redde ik het prima op kamers, al vond ik het wel leuk toen ik er eentje kreeg van mijn vader. Zonder kabel, dus alleen Nederland een tot en met drie.

Veel tv heb ik nooit gekeken. Ik ben er te ongeduldig voor en als ik wel zin heb om te kijken, is er zelden wat leuks op.

In feite vind ik het ongelooflijk ouderwets om te wachten of te haasten omdat ergens iemand bedacht heeft dat de film om half negen dient te beginnen.

De commerciële zenders boycot ik van harte. De weerzinwekkende minachting van de kijker om dwars in een scène reclame te knallen en zo een film van anderhalf uur uit te smeren over drie uur of meer kan ik niet verdragen.

Ik internet liever. Dan bepaal ik zelf wat ik zie of lees. Maar soms heeft een mens veel zin in een luie of romantische film. Af en toe koop ik een dvd maar dat is eigenlijk ook zonde als je die maar een keer kijkt. Opnemen vergt een vaardigheid waar ik niet heel bedreven in ben: plannen. Elke week het aanbod doornemen en de boel instellen: ik vind het al snel teveel gedoe.
Films downloaden snap ik niet (of wil ik niet snappen) en lenen bij de bieb kost me handenvol geld.



Gelukkig bestaat er uitzendinggemist, zodat ik in mijn eigen tijd terug kan kijken of luisteren. Dat vind ik nou echt een uitvinding.

Het enige wat ik leuk vind om 'live' te kijken zijn programma's als Ik vertrek vanwege de hilarische tweets die ik ondertussen lees.

Afgelopen weekeind zaten mijn echtgenoot en ik ons weer eens te verbazen over het schamele aanbod op zaterdagavond. Geen enkele film op de publieke zenders. Hoe is het toch mogelijk?
Om nou van arren moede dan maar het minst erge te kijken ging mij toch echt te ver en we hadden gewoon zin in een leuke film.

Toen dacht ik opeens aan Netflix, waar ik pas iets over gehoord had. Mijn eerste gedachte was: zucht, nog meer aanbod.
Maar ik keek toch maar eens. Ik meldde me aan, (eerste maand gratis tenslotte) en binnen tien minuten keken we naar onze eerste film. Op de laptop, dat nog wel, maar de volgende dag kochten we een kabeltje zodat we die avond de film op tv af konden zien.

Ik ben om. Het kost acht euro per maand en de beeldkwaliteit is prima. Het aanbod is groot genoeg. En je krijgt er geen blik tijd bij, dus ik weet niet hoeveel we echt gaan kijken. 

Het enige is dat de afstandsbediening niet op de laptop werkt. We moeten dus opstaan om de film aan of uit te zetten. Dat heeft wel wat. Net als vroeger.  

dinsdag 24 september 2013

Waarom deze pompoensoep een blogje waard is

Wij aten vanavond pompoensoep.

Een week of wat geleden kregen we van onze (schoon)zus een pompoen uit eigen tuin. Een knots van een ding. Ik nam me meteen voor er pompoensoep van te maken en een halloweenkaarsgeval.

Maar ik ken mezelf. Ik weet niet hoe ik zoiets aan moet pakken, denk er niet aan, heb er geen zin in, vind het teveel gedoe. Zelfkennis kan soms confronterend zijn. Het ding zou weken in de bijkeuken liggen, tot ie verrot of uitgedroogd zou worden en ik 'm in het compostvat zou werpen. Eeuwig zonde.

Toen zag ik op facebook een oproep van een inwoonster van Kampen die om pompoenen vroeg, omdat ze het in haar hoofd had gehaald om voor 34 man pompoensoep te maken.
Ik reageerde, zij reageerde, en niet lang daarna belde ze aan.

Ze nam het 11,6 kilo wegende gevaarte mee en ik wenste haar veel succes.
Wat wil je er voor in ruil hebben? vroeg ze.
Drie koppen pompoensoep, zei ik.




Zo gezegd, zo gedaan. Aan boord van de Pouwel Jonas genoten 34 mensen van een ongelooflijk lekker pompoensoepje en wij kregen er niet alleen een pannetje vol van, maar ook nog een fijn flesje wijn. En het was lekker!!


En waarom is dit een blogje waard?

Omdat er drie dingen in samenkomen die ik mooi vind.

Zonder internet had deze pompoen over een paar weken in het compostvat gelegen. Internet verbindt mensen. En omdat ik geloof, of in elk geval graag wil geloven, dat dingen niet toevallig gebeuren. Een oproep voor 34 pompoensoepeters terwijl er 11,6 kilo bij me thuis ligt. En omdat ik hou van deze manier van ruilen, waar iedereen uiteindelijk beter van is geworden.

En omdat ik toch pompoensoep heb gegeten zonder zelf te klooien:-)

woensdag 18 september 2013

Hoe knetterdeo mijn vertrouwen in de mensheid deed toenemen


Onze achtjarige heeft een BFF. Ze heeft een heleboel BFF's, maar dit is dé BBBBFF.

Vorige week vroeg ze: "Mam, mogen we shoppen vanmiddag? We willen knetterdeo!"

Knetterdeo? Ik had er meteen beeld bij.

Met de twee BFF'jes togen we die middag naar het centrum. De meiden wisten niet precies waar het te koop was, dus vlogen ze winkel in, winkel uit, terwijl ik rustig door de straat liep en dacht aan wat we vanavond zouden eten en de zin van het leven.

In de Trekpleister vond ik ze terug, met verhitte konen. Ze ratelden: "Mam, we hebben het gevonden, het kost maar 2 euro, maar er is er nog maar eentje, dus hebben we besloten om 'm niet te kopen, want als ik 'm koop is het zielig voor haar, en als zij hem koopt is het zielig voor mij. We gaan nu op zoek naar nog eentje en dan kopen we die en dan kopen we deze ook en dan hebben we er allebei een."

Zonder dat ik er een woord of speld tussen gekregen had renden ze de winkel weer uit.

Even later kwamen ze me weer tegemoet gerend, mét een nieuwe fles knetterdeo. Alleen deze kostte 4 euro.
Nadat ze de andere fles ook gekocht hadden begon De Ingewikkelde Rekensom. Uiteindelijk verdeelden ze hun zakgeld zo dat ze allebei 3 euro minder hadden.

En dit voltrok zich allemaal onder mijn ogen, zonder dat ik me er ook maar een seconde mee bemoeide.

Met twee zielsgelukkige en overmatig geurende en knetterende meisjes liepen we terug naar huis. Mijn vertrouwen in de mensheid is die dag een stukje gegroeid.




ps: Knetterdeo bestaat dus echt. Het is een soort knetterbodylotion. 




zaterdag 14 september 2013

Waarom een schrijver eigenlijk gewoon de baas wil zijn


Ik ben als illustrator opgeleid aan de kunstacademie. Daar heb ik verschrikkelijk veel geleerd, vooral over hoe je op je eigen manier het beste kunt verbeelden wat jij, zelf, te zeggen hebt. Daar heb ik ook als schrijver heel veel aan gehad.

En ik heb ook veel praktische dingen geleerd, onder andere over materiaal. Ook al doe je nog zo goed je best, als je het verkeerde papier gebruikt of verf van de Action, dan wordt het nooit wat. En dus was ik gedwongen me te verdiepen in allerlei materialen en wat dan het beste was. Natuurlijk deed ik dat en ik zag ook dat het waar was: er zijn grote verschillen in kwaliteit en het kan echt een wereld van verschil maken wat je gebruikt.

En dit geldt ook voor muziek. De toon van je instrument is afhankelijk van allerlei dingen die je zelf bepaalt, maar ook van of je instrument degelijk gemaakt is en het gebruikte materiaal. 

Toch heb ik er diep in mijn hart altijd een hekel aan gehad dat, in mijn ogen zoiets triviaals als de hoeveelheid pigment of de dikte van het papier, mede de kwaliteit van mijn werk bepaalt. Dat een tekening, hoe goed gelukt in vorm ook, er niet uitziet omdat ik te dun papier heb gebruikt. 

Eigenlijk vind ik dat onzin, maar ik zie natuurlijk ook dat het echt verschil maakt. Je kunt er niet omheen. 

En ook de scanner, de vormgever, de drukpers, enzovoort, allemaal externe, materiële aspecten bepalen hoe je werk er uiteindelijk uit komt te zien.

Ik wil gewoon zelf helemaal de baas zijn. Of noem het eigenwijs.

Een van de prettigste aspecten van schrijven vind ik dat je niet afhankelijk bent van materiaal. Tuurlijk, een boek wordt uiteindelijk gedrukt op papier en het is fijn als dat mooi en goed papier is, en als er een sterk omslag voor het boek is, maar het verhaal zelf wordt er niet beter of slechter van. Daar ben je als schrijver helemaal zelf verantwoordelijk voor. Het materiaal dat je gebruikt is onstoffelijk en daarmee toch een soort van onvergankelijk.

Of ik mijn verhaal nou typ op een gloednieuwe iMac of een oud barrel van een typemachine maakt geen enkel verschil. 

Ik zou bijvoorbeeld ook best eens een film willen maken, maar alleen al het idee om zo afhankelijk te zijn van zoveel externe factoren weerhoudt me er alleen al van erover te dagdromen. Laat mij maar lekker alles zelf bedenken: het weer, het landschap, de acteurs en het licht. 

En als het me niet bevalt verzin ik gewoon wat anders. :-)

donderdag 12 september 2013

Liefde is een leuk ding

Liefde

'Liefde is een leuk ding,' zei de oude man. We zaten op een bankje in het park. Met zijn stok tikte hij een steentje weg. 'Daar kun je wel een boek over schrijven.'
'Dat is ook al gebeurd,' zei ik. 'Er zijn honderden boeken geschreven over de liefde.'
'Echt?' Hij keek me ongelovig aan.
'Ja, en er zijn films over gemaakt, en liedjes, en schilderijen, en..'
'Potverdikke, dacht ik een goed idee te hebben.'
Hij keek ontzettend sip opeens.

Aan de andere kant van de vijver liep een schoolklas kinderen te zingen. De meester en de juf liepen gearmd achter ze aan. Vogeltjes vlogen met takjes langs, mannetjes en vrouwtjes, om samen hun nestjes te gaan bouwen. Eenden in de vijver visten planten voor elkaar uit het water. Zwanen vormden met hun hals witte harten op het water, waar de zon over scheen alsof het de mooiste dag van de eeuwigheid was. Misschien was dat ook wel zo. Misschien was dit wel de mooiste dag die er ooit zou bestaan.

Even later zei de man; 'Ach, ik had er toch niets over weten te zeggen, over de liefde. De echte liefde heb ik nooit gekend.'
'Juist daarover gaan de meeste boeken. Over het ontbreken van die liefde, of over het tragische einde ervan.'
'Echt waar?'
'Echt waar.'

Zijn gezicht veranderde. Hij werd onrustig, wiebelde met zijn voet en prikte met zijn stok gaatjes in de grond.

'Ik moet weg.' De oude man stond op en maakte aanstalten om weg te lopen. 'Ik moet nog veel doen en ik heb niet zo veel tijd meer.' En weg was hij.

Een van de zwanen raakte verstrikt in de takken van een bloeiende treurwilg en stierf een jammerlijke dood, want er was niemand om hem te redden.







zondag 8 september 2013

Je leven hergebruiken


Een van de meest gestelde vragen over mijn boeken is:

Is het autobiografisch?

Het antwoord daarop is niet eenvoudig ja of nee. 

Je kunt geen fictie schrijven zonder autobiografisch te zijn. 
Je kunt niet autobiografisch schrijven zonder fictief te zijn. 

Allebei waar. 

Neem het verhaal van Zwaartekracht. Niet autobiografisch, want ik woonde nooit in Oslo, mijn moeder leeft nog en ik heb nooit iets gezien in mijn leraar filosofie. Ik was een vrij onopvallende puber, heb geen rare dingen gedaan, de strijd om mijn eigenheid voornamelijk binnenshuis met mijn ouders gestreden. 



De hele verhaallijn heb ik verzonnen. 

En tegelijkertijd is het wel autobiografisch, want ik weet nog hoe eenzaam ik me kon voelen als vijftienjarige, ben hopeloos verliefd geweest op personen die nooit hebben geweten dat ik bestond. Ik heb alleen door een donkere stad gelopen, diepzinnige gedachten gehad en gedacht dat ik de enige was en me kapot verveeld op school, toen ik student was soms teveel gedronken en een paar keer geblowd, en tientallen andere details en gewaarwordingen die ik (omgebogen om bruikbaar te zijn in het verhaal) uit mijn eigen leven heb gehaald.

Het skelet van het verhaal heb ik verzonnen en opgevuld met mijn eigen ervaringen. En dat is het belang van schrijven. Ik kan alles wat ik meemaak, hoe triviaal of particulier ook, opnieuw gebruiken en dan op zo'n manier dat het voor andere mensen herkenbaar wordt.

Mijn eigen ervaringen krijgen op deze manier iets van universele waarde. Tenminste, dat is mijn streven :-)

En dat maakt dat schrijven zo belangrijk voor me is. 
Ik hergebruik mijn leven. 

(In een volgend blog schrijf ik over waarom je niet autobiografisch kunt schrijven zonder ook fictief te zijn)

Google zelfdenkend irritant

Google is geweldig. Maar soms tè.

Af en toe heeft ie de neiging om teveel voor mij te denken. Alsof ik dat zelf niet kan.

Als ik bijvoorbeeld op bepaalde zoekwoorden zoek, denkt Google tegenwoordig: dat zal ze vast niet bedoelen. Weet je wat, we laten een van de zoekwoorden weg, dan krijgt ze veel meer resultaten!

Betweterig streept ie letterlijk een van mijn bedoelde zoekwoorden door! Hoe irritant!

Ja, meer resultaten, dat wel. Maar daar heb ik niets aan. Want ik zoek niet voor niets juist exact op die zoekwoorden.

Zucht. En ik kan er geen informatie over vinden op internet, want als ik met Google zoek, dan denkt ie....




Inderdaad.

Het is ook niet zo dat er echt niet meer resultaten zijn, want als ik uiteindelijk een andere zoekmachine gebruik, blijken er wel degelijk veel meer zoekresultaten met die specifieke zoekwoorden te bestaan.



Weet iemand hoe ik toch kan zoeken op exact die woorden die ik bedoel, zonder dat Google het beter denkt te weten?

De woorden of woordreeksen tussen aanhalingstekens zetten (normaalgesproken bedoelt om Google te laten zoeken op exact dit woord of deze woordreeks) helpt in dit geval niet.




donderdag 5 september 2013

Mijn zielige-jongetjes-verzameling

Het moet begonnen zijn in 1984. 
Ik was twaalf en ging met mijn ouders voor het eerst naar de bioscoop: Ciske de Rat. 

Ik was meteen verkocht. Dat jochie! Zo zielig. Zo'n vertederend schoffie. Ik was weg van hem. Verliefd was het niet. Ik wilde Ciske zijn. 

Er waren meer boeken over zielige jongetjes. Ik verzamel ze. Zo af en toe komt er weer eens eentje bij. 

Hoe ouder, hoe mooier. Hoe zieliger ook. 

Pudding Tarzan: 1976
Ratje, een jongen van de straat: 1934
De Katjangs: 1912
Razende Roeltje, 1931

Pieter Straat: 1946
Jan van Beek: 1910 (zooo mooi!)
De AFC'ers (strikt genomen niet zielig genoeg, maar van dezelfde schrijver) 1915
Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen: 1930

Oorlog zonder vrienden: (1979)

Joost: 1981 (eigenlijk niet oud genoeg, wel heul zielig)
Alleen op de wereld (met stip de zieligste en de oudste): 1878
Boefje: 1903
Ciske de Rat: 1942




Kruimeltje en Bartje mis ik nog. Peerke en zijn kameraden! Die wil ik ook. 

Daar loop ik allemaal vast nog wel eens tegenaan. 

Weten jullie nog andere zielige-jongetjes-boeken? Meisjes mogen natuurlijk ook!