donderdag 15 november 2012

Nanowrimo dag 15


Hoe gaat het met Nanowrimo op de helft van de maand?

Nou, om eerlijk te zijn: niet zo goed.
Ik sta vet op achterstand en zie ook nog niet zo gauw dat ik dat inhaal. En ik was nog wel zo gemotiveerd en had mijn plot klaar! How come?
Ik heb erover nagedacht hoe dat komt en ik denk dat ik het weet, daarom durf ik er nu een blogje over te schrijven.

Toen ik pas begon als illustrator, maakte ik voor een tekening wel 20 schetsen voor ik echt begon. Nu niet meer: het meeste voorwerk doe ik in mijn hoofd, en meestal volstaan 1 of 2 schetsen.
Ik merk dat datzelfde principe nu opgaat tijdens het schrijven. Om aan de 1667 woorden per dag te komen, schrijf ik soms de grootst mogelijke onzin op, en tijdens het schrijven weet ik al dat die tekst er toch weer uit gaat. Dat motiveert niet echt.

Maar zoveel woorden per dag schrijven, al is het dikke onzin, dat is toch juist de bedoeling, om de schrijfmotor aan te zetten? Dat heb je zelf gezegd, Iris.
Klopt. Zoveel woorden schrijven zonder nadenken is enorm inspirerend, als je nog in een zoekend stadium bent. Zoekend naar je verhaal of je schrijfstem.

Net als met illustreren denk ik dat ik al veel schrijfwerk voor dit verhaal in mijn hoofd heb gedaan. Het feit dat ik al zo lang (6 jaar) over dit verhaal nagedacht had en ook al enkele pogingen gedaan heb om het te schrijven, werkt nu tegen me. Want al dat schetsen en proberen en zoeken, dat heb ik al gedaan, en mijn innerlijke criticus schudt zijn hoofd terwijl ik schrijf.
Maar wacht eens even ho! Die innerlijke criticus moet toch juist zijn mond houden tijdens het schrijven? Ook dat heb je zelf gezegd.

Klopt ook. Maar dit is niet de innerlijke criticus die mij of mijn verhaal afkraakt of zit te zeuren over details, maar de innerlijke criticus die ik in de loop van de tijd heb leren vertrouwen. En die zegt: schrijf liever de helft van 1667 aan goeie woorden, in plaats van twee keer zoveel en al tijdens het schrijven weten dat je de helft weggooit.

Dus.
Stoppen?
Niks ervan. Ik heb vandaag, op de helft van de tijd en op ongeveer 18.000 woorden, besloten dat ik het over een andere boeg ga gooien. Ik ga een tweede verhaal toevoegen, eentje dat ook al een jaar aan mijn hoofd zeurt (een jeugdverhaal) en daarnaast ga ik gewoon freewriten. Gewoon lekker schrijven wat er in me opkomt, associëren en fantaseren, voor de lol, zonder Hoger Doel.

Lekker schetsen, en maar zien wat eruit komt! Zoals ik dat vroeger met tekenen ook nog wel eens deed. Zie deze tekening die mijn vriendin terugvond. Gewoon gemaakt omdat ik het leuk vond om te tekenen. 


Hoe gaat het met jullie Nanowrimo?!

zaterdag 10 november 2012

Blote verhalen


Er is niets zo inspirerend tijdens het schrijven als lezen.
Vooral als je leest zoals je zelf zou willen schrijven. En dat heeft niks met jatten te maken, maar alles met je hersens op de juiste golflengte te zien krijgen.

Momenteel lees ik Superduif van Esther Gerritsen. Eerder las ik van haar “De kleine miezerige god” en haar columns in de VPRO-gids. Ze schreef ooit een briljant stukje over frika(n)dellen eters versus kroketteneters, dat ik helaas niet online kan terugvinden. 

Ik vind haar verhalen heel erg goed. Ze schrijft zó van binnenuit, zo zonder filter. Het is me al heel erg vaak gebeurd dat ik tijdens het lezen dacht: dit, wat zij hier schrijft, denk ik soms precies zo, maar ik had er nooit woorden voor. Het was zelfs nog niet in me opgekomen om dit onder woorden te brengen, omdat het altijd een sluimerende, slapende gedachte was, die er niet toe leek te doen. Zij schrijft wat ik denk.

Dat zou ik frustrerend kunnen vinden, omdat ik het ook zou willen kunnen, maar ze schrijft zo goed, dat ik er meteen in berust dat ik het nooit beter zou kunnen.

Haar verhalen zijn geen pageturners. Het zijn geen verhalen die je in de spreekwoordelijke ruk uitleest. Echt heel mooi of poëtisch zijn ze ook niet. Ze hebben een ander soort kwaliteit. 

Vaak hebben schrijvers de neiging om in hun verhalen zichzelf en hun ego door te laten schemeren, hoe dapper, intelligent, vastberaden en veelbelezen ze wel niet zijn. De verhalen van Esther zijn van al die opsmuk ontdaan en gaan echt over wat mensen (of in elk geval ik) écht denken. Ik vind het hele blote verhalen. Eerlijk, en dan de laag die daar nog onder zit.

Het zijn verhalen die je soms bladzijde voor bladzijde leest, omdat er zoveel inzit. Omdat het zo over mij gaat, over mens zijn. Verhalen waar je een kop thee voor zet, en waarvan je eens even een paar pagina’s op je in laat werken. Meer hoeft niet.

Ik kan ze niet zonder notitieboekje+pen ernaast lezen, omdat er zoveel goeds in staan, dat ik regelmatig op het goede spoor wordt gezet voor mijn eigen verhaal.

Dank je Esther!


dinsdag 6 november 2012

Al tien jaar!

7 november 2002







(Om een tweede Haren te voorkomen: het feest is al geweest he? Het was op 7 november 2002)

zondag 4 november 2012

Nanowrimo dag 4


Gisteren heb ik niets geschreven, omdat onze dochter jarig was. Gelukkig lag ik al voor op schema en vanavond plant ik mezelf weer achter de pc.

Waarom eigenlijk achter de pc? Schrijven kan ook met de hand. Ik vind met de hand schrijven op de een of andere manier zelfs veel meer "schrijven". Op een toetsenbord is het meer tikken:-)
Ik doe het allebei, en ik merk dat het twee kanten heeft.

Als ik met de hand schrijf, ervaar ik het toch als schetsen. Als 'nog niet echt', als een voorstadium. Pas als het getypt is, is het voor mijn gevoel “echt”. Dat heeft voor- en nadelen. Het voordeel van eerst met de hand schrijven en dan overtypen, is dat elke zin en elk woord nog een keer moet schrijven, zeker als de handgeschreven versie geen complete zinnen bevatte.

Een ander voordeel vind ik dat alles wat ik afkeur toch bewaard blijft (al staat er dan een streep door, het is nog wel leesbaar).

Het voor mij grootste nadeel van met de hand schrijven vind ik dat ik er te weinig afstand van kan nemen. Het is nog teveel 'van mij'. Een getypte pagina kan ik lezen alsof het door een ander geschreven is en kan ik daarom beter beoordelen. 

Een geschreven pagina vol doorhalingen en pijlen etc. vind ik daarentegen weer prachtig om te zien, je ziet het geworstel als het ware. Leuk ook om het terug te zien, lang nadat het boek is verschenen: Ohja, zo was het begin. En zeg nou zelf, een beduimeld boekje vol aantekeningen, dat is toch hartstikke romantisch? 



Als ik met de hand schrijf merk ik ook dat ik geneigd ben om scènes nog niet helemaal uit te schrijven, want  'dat komt later wel'. Ik blijf dan wat schetsmatig en oppervlakkig, wat overigens geen nadeel hoeft te zijn. 

En:  schrijven op papier kan overal: trein, cafeetje, tuin, bed, strand, hema. Ja, dat kan met de laptop ook, dat is waar. Maar dat doe ik echt nooit. 

Met het toetsenbord gebruik je twee handen. Soms denk ik dat dat ook invloed heeft op je manier van denken, omdat je beide hersenhelften meer ingezet worden. Anderzijds vind ik het fysieke schrijven meer een beroep doen op je gevoel, omdat het echt handwerk is. Geen letter of woord is hetzelfde en dat kan ook weer invloed hebben op je verhaal.

En ik schrijf op papier altijd met de vulpen die ik in 2006 won met een schrijfwedstrijd. Brengt geluk:-)

Het mooiste is, vermoed ik, een combinatie van beide vormen: brainstormen en de eerste versie schrijven met de hand, herschrijven met het toetsenbord. Dat is niet hoe ik het doe, trouwens. Ik schrijf voornamelijk achter de pc, maar heb altijd een notitieboek in de buurt waarin ik zinnen, invallen, scènes en aanvullingen noteer en soms hele pagina's.

Hoe doen jullie het?



donderdag 1 november 2012

Nanowrimo dag 1


De eerste dag van Nanowrimo is goed geslaagd: 1906 woorden en de dag is nog niet om.

Anders dan de vorige keer dat ik Nano’de heb ik een strak plot uitgedacht, en zoals ik al schreef heb ik al meerdere vruchteloze pogingen gedaan om dit verhaal te schrijven, en weet ik dus ook wat niet werkt met dit verhaal. Die doodlopende wegen sla ik nu niet in, dat scheelt weer:-)

Mijn verhaal begint met een vrouw die totaal onverwachte post krijgt. De vraag die haar in beweging krijgt is: wie heeft haar die kaart gestuurd?

Ook dit idee begon met een “wat als”. Bij ons in de buurt woont een vrouw alleen in een groot huis. Ik zag haar bijna nooit en wist niets van haar. Wel bedacht ik van alles: ze leidde vast een overgestructureerd leven, kreeg nooit bezoek, was erg netjes en er gebeurde vast niks onverwachts.
Wat als ze op een dag een brief zou krijgen van iemand uit een ver verleden? Uit de tijd dat ze nog wel “leefde”? Ik wist: hier zit een verhaal in!

Na een paar pogingen, bleek het (voor het verhaal) veel beter als de vrouw niet alleen zou wonen. Ze kwam anders niet genoeg tot leven, tegen wie zou ze moeten praten, hoe zou je haar kunnen leren kennen als ze altijd zweeg? Alleen maar gedachten van iemand weergeven begint nogal te vervelen, bovendien zou het met iemand thuis verhaaltechnisch interessanter worden om uit te zoeken wie haar die kaart gestuurd heeft. Dat levert meer conflict op.

Als ik een keuze moet maken in mijn verhaal denk ik altijd: wat geeft het grootste contrast? Wat zet het conflict het meest op scherp? Wat is het “ergst”? Met die vraag in je achterhoofd is het meestal snel duidelijk welke kant een verhaal op moet.

Een paar tips om Nanowrimo door te komen:
  • eindig als het nog lekker gaat: dan begin je de volgende dag zo weer!
  • eindig midden in een scene, niet aan het eind, ook goed voor de volgende dag
  • verplicht jezelf niet tot het maken van volzinnen, als dat niet meteen lukt. Steekwoorden mogen ook, als je het gevoel maar vasthoudt.
En als het even niet lukt:
  • lees een boek in jouw stijl en laat je inspireren
  • begin aan een totaal andere scene
  • beschrijf de omgeving
  • zet de zintuigen in: wat ruikt/voelt/hoort/ziet/proeft je hoofdpersoon?

Hoe gaat het met jullie Nanowrimo?!