Afgelopen weekeind deed ons popkoor mee aan het Popkorenfestival in Steenwijk. Voorafgaand kregen we een workshop van zangpedagoge Jitske Draijer.
Wat ze ons als belangrijkste tip meegaf was: zing niet te mooi. Doe niet te hard je best.
Dat kwam me bekend voor. Voor muziek geldt het misschien nog wel het meest.
Niets zo saai als een perfect uitgevoerd nummer.
Juist op die momenten dat je buiten de lijntjes komt, gebeurt er iets. Wat is dat toch? We streven vaak naar perfectie en oefenen ons suf, maar juist als het "mis" gaat, dan worden we pas echt geraakt.
Toch kan een lied, boek, schilderij, whatever, niet zonder vorm. Anders wordt het een vage brij. Er moet wel een stramien zijn, al was het maar omdat je er anders niet uit kunt glijden. En oefenen, meters maken, eindeloos repeteren, herhalen is ook een must.
En toch gaat het om de momenten die je niet eindeloos gerepeteerd hebt.
Ik vind dit ontzettend interessant om over na te denken.
Vanmorgen toen ik wakker werd schoot me te binnen: dat is je ziel. Wanneer je onverwacht en vooral onbedacht buiten de vantevoren bedachte vorm komt, (of het nou muziek, schilderen of schrijven is) zie je iets van de ziel.
Iets maken vergt bovenal van je dat je ergens met je ziel en zaligheid instapt.