maandag 27 mei 2013

Kies of ik schiet

Er is zoveel wat ik nog wil lezen en er zijn nog zoveel films die ik wil zien. En zoveel exposities, lezingen, musea, steden, plekken. Ongelooflijk veel goede docu’s en interviews die ik allemaal nog wil zien.

Mijn To-Read lijst en mijn To-See lijst groeit van onderen harder dan ie van boven slinkt. Veel harder. Voor elk boek dat ik lees, zijn er 100 die ik nog niet gelezen heb en dat geldt ook voor elke film.

Ik word er soms een beetje moedeloos van.
Was het Martin Bril niet die zei: je mist meer dan je meemaakt?
 
Soms denk ik: ik moet het aanbod beperken. Niet meer alles van iedereen willen lezen, maar bijvoorbeeld alles van één schrijver of kunstenaar. Of alleen zoeken in de hoek waar mijn interesse toch al ligt. Maar dan ben ik weer bang dat ik door die oogkleppen ontzettend veel mooie en toevallige dingen mis.

Soms denk ik: ik ga niet naar dingen op zoek, maar neem alleen wat op wat voor manier dan ook toevallig tot mij komt! Maar dat zit dan weer niet in mijn aard, ik vind het zoeken ook leuk. Bovendien komt er nog steeds ontzettend véél toevallig op mijn pad.

En me eerst eindeloos verdiepen in wat ik mogelijk ga zien vind ik ook stom, want soms is het geweldig om je open te stellen voor iets waarvan je geen benul hebt wat het is. 

Hoe kies je in dit enorme aanbod wat je gaat zien of lezen? Hoe pakken jullie dat aan?


zaterdag 18 mei 2013

Blog zonder foto

Die ene dag dat het mooi weer was zat ik in onze tuin en las een boek (Vallen, van Anne Provoost. Prachtig.) Mijn geliefde en onze dochter waren aan het badmintonnen tegen een door de Japanse kers rozegekleurde achtergrond terwijl de lentezon ons verwarmde.

Zielsgelukkig was ik zomaar opeens. 

Dit wil ik vastleggen, dacht ik. Dit mooie beeld voor altijd uit de tijd geknipt. Ik pakte het fototoestel, klikte en las weer verder. 
Maar toen dacht ik: nee. Ik doe iets fout. Niet de camera moet het onthouden, maar ik. 

Je ziet het vaak en ook ik maak me er soms schuldig aan. Foto's maken in plaats van het moment zelf beleven. Na het klikken meteen een andere kant op kijken, want het is toch vastgelegd. Op bijzondere momenten meer bezig zijn met je camera dan met wat er gebeurt.

Het kan ook anders. Gedachtenfoto's noem ik ze. Een moment intens op je in laten werken, en niet alleen het beeld, maar ook de geur en de geluiden. Vaak gaat dat vanzelf, maar je kunt het ook heel bewust doen. Zo herinner ik me een moment in de brugklas, bij meneer Timmerman, die geschiedenis gaf. Ik was 12 of 13 en zie nog de klas, het lokaal en het moet in de zomer geweest zijn, want mijn blote benen plakten aan de stoel en door het open raam kwam de geur van gemaaid gras. Ik weet niet waarom, maar ik besloot dit moment voor altijd in mijn geheugen te prenten. Misschien omdat ik voor het eerst besefte dat dingen voorbij gaan. 

De donkere ogen van mijn dochter, nog een baby, die in het holst van de doodstille nacht naar mij staart. En zij, acht jaar later, al badmintonnend met haar vader, op een van de eerste zonnige dagen, terwijl ik met mijn benen op tafel een mooi boek lees. 
Allemaal plaatjes uit mijn interne fotoalbum. 

woensdag 8 mei 2013

Echt gebeurd is geen excuus

Vorige week stak ik de drukke Europa-allee in Kampen over. In de middenberm raakte ik in een serieus gesprek met iemand die net iets heftigs aan het meemaken is.
Vlakbij die oversteekplaats ligt een groot weiland waar een circus stond en er liep een olifant los rond, tot in de berm van de weg waar wij stonden.


Dat zijn momenten waarop ik denk: dit had ik niet kunnen verzinnen: een serieus gesprek midden op een drukke weg met in de berm een loslopende olifant. Mijn redacteur had hier subiet een rode streep doorgezet met het commentaar: ongeloofwaardig! En dat terwijl het toch echt zo gegaan was.

En terecht. Een verhaal staat of valt met geloofwaardigheid. Geloof je 't niet, dan pakt het niet. En dan gaat het niet om wel of niet realistisch, want de verhalen van Harry Potter zijn ook geloofwaardig (denk ik, heb ze zelf niet gelezen.) Een verhaal kan van A tot Z van fantasie aan elkaar hangen, en toch geloofwaardig zijn. En dat bereik je door je verhaal binnen zichzelf helemaal te laten kloppen, ook al zijn er fictieve (natuur)wetten. Als je in een verhaal over omgekeerde zwaartekracht schrijft, moet die overal gelden.

Zo heb ik na het lezen van "Het Wonderlijke Verhaal van Hendrik Meijer" van Roald Dahl zelf ook geprobeerd om door kaarten heen te kijken, want Roald Dahl beschreef dat zo geloofwaardig dat ik ervan overtuigd was dat ik dat ook kon.

Het verhaal van de olifant in die berm had gekund, als ik het los lopen, het precies op dat moment aanwezig zijn van het circus, het tegenkomen van de kennis en de 'noodzaak' van het gesprek en de plek daarvan allemaal binnen het verhaal had verklaard. Verklaringen die ik in het echte leven niet had, want het was toeval.

Om een waargebeurd verhaal geloofwaardig te krijgen in een boek moet je verklaringen verzinnen, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt.

Vorige week zag ik  Pauw en Witteman met daarin Heleen van Royen die over haar nieuwe boek mocht vertellen.
Pauw merkte op dat het verhaal wel veel losse eindjes kent. Heleen zei toen, dat dat in het echte leven vaak ook zo is. En toen dacht ik: nu val je (echt) door de mand als schrijfster, want een onvolkomenheid in het verhaal mag nooit verklaard worden met 'zo is het in het echte leven ook'. Een verhaal is een nieuwe werkelijkheid waarbinnen alles moet kloppen.

Echt gebeurd is geen excuus. (Gerard Reve)

vrijdag 3 mei 2013

Vermoord je liefje



De afgelopen weken legde ik de laatste hand aan mijn manuscript Zwaartekracht. Ik kreeg het per post terug van een redacteur van Van Goor, vol aanwijzingen en opmerkingen, die ik verwerkt heb.

Een discussie die ik vaak heb op bijvoorbeeld verjaardagen is dat mensen zich afvragen:
Is het nog wel jouw boek, als je de wijzigingen van zo'n uitgever verwerkt, en vind je het niet vervelend dat iemand zich bemoeit met jouw verhaal? Dat wil je toch zeker niet?
Of de onderhuidse aanname dat het dan toch wel niet zo'n goed verhaal zal zijn, als er zoveel opmerkingen bij staan. (Een gevoel dat mij ook wel eens bekroop toen ik de hoeveelheid balpenblauw op de prints zag, maar dat terzijde.)

Het antwoord is: ik ben zielsgelukkig met het bestaan van redacteuren. Elk (elk!) verhaal wordt beter als het gescreend wordt door iemand die verstand heeft van taal en verhaal. Sterker nog, aan het eind van het schrijftraject verheug ik me op de bemoeienis van een redacteur. Als je zo lang met je verhaal bezig bent geweest ben je blind voor je eigen stopwoorden, woordherhalingen, inconsequenties en ja, ook fouten. 

Een redacteur is geen vijand die mijn verhaal wil afbreken, zoals sommige verjaardagsgasten denken, maar een vriend die net als ik het verhaal zo goed mogelijk wil maken. 

Naast de vele taaldingetjes (wanneer schrijf je 'zo veel' aan elkaar?) wees een redacteur mij ook ooit op dit: ik beschreef een emotionele scene op een terras, nadat de hoofdpersoon een koffie besteld had. Ik was helemaal gefocust op die emotionele scene, waardoor ik niet zag dat de hoofdpersoon een thee met de ober afrekende. Al had ik het honderd keer gelezen, ik had het niet gezien. De redacteur wel.

En in Zwaartekracht stond een kringeltje onder deze zin: Hij had mij nog niet gezien en mijn schoenen ook niet. 

Een redacteur kun je vergelijken met een geluidstechnicus, die een band helpt met de opnames van hun cd. De creatieve input komt van de muzikanten, maar als hun nummers volledig uit balans op cd of podium te horen zou zijn, zouden mensen met de handen voor hun oren wegrennen, hoe mooi de liedjes ook. Een muzikant hoeft niet per se ook verstand te hebben van de techniek van het geluid. Als je daar een professional voor inhuurt wordt je muziek er beter van.

Soms is het wel lastig. Zo stond bij een stukje in m'n verhaal ergens de opmerking 'te mooi'. En  dat was in dit geval geen compliment.  Te geforceerd, bedoelde ze. 
Dat moet ik dan wel even laten bezinken. Het is dan niet zo dat ik die opmerking móet verwerken, die vrijheid heb ik wel. Voor mij is de vraag leidend: wordt het verhaal er beter van? Niet: krijgt mijn ego hier een deukje van? 
Na een paar dagen heb ik dat liefje vermoord. 
En een paar andere omcirkelde liefjes heb ik laten leven.