woensdag 21 augustus 2019

Coming out

Ik ben er zo een. Zo’n hoogsensitief figuur. Het is hip en trendy en dat ben ik van mezelf in het geheel niet, maar dit kan ik dan toch op mijn cv noteren.

Helaas heb ik niet de romantische variant. Die waarbij ik in één oogopslag zie waar iemand mee zit, of dat ik meteen in de gaten heb wat de relatie en de problemen tussen mensen zijn en dat er ergens in mijn onderbuik wijze antwoorden zweven op alles wat mij en anderen bezighoudt.

Ik heb de variant waarbij ik iemand die in de trein met een snoepzakje zit te kraken of die steeds zijn neus ophaalt, wil vermoorden. Dat ik levendige fantasieën heb over het steken van een stok in de wielen van een hysterisch voorbijknetterende brommer. Ik kan daar echt woest om worden. Naar de supermarkt gaan is iets wat ik moet plannen. Ik zal nooit zonder boodschappenbriefje de winkel ingaan, want daar word ik overweldigd door het aanbod, de muziek, de mensen. Ik kan daar niet nadenken en al helemaal geen beslissingen nemen. Als ik twee of meer mensen tegelijk hoor praten kom ik in een soort hallucinerende tussenwereld terecht. Op een feestje zoek ik regelmatig de wc op om even alleen te zijn en tot mezelf te komen. Ik ga liever op bezoek dan andersom, zodat ik kan gaan wanneer het me te veel wordt.

En dit zijn alleen nog de dingen die ik niet te schaamtevol vind om te zeggen.





Dat dus.

Ik heb de boeken en de artikelen gelezen. Ze zeggen dat het een kracht is. Dat lees je overal.
En het zal wel, maar ik heb er vooral last van.

Ik kan het lang onderdrukken, maar als het me dan te veel wordt, kan ik exploderen en heel onaangenaam worden naar de mensen die het dichtst bij me staan. En dat vind ik heel erg. Ik leer wel steeds beter aan te voelen wanneer het met bijna te veel is, zodat ik die explosies kan voorkomen. Maar ook daardoor ben ik niet altijd de leuke, spontane en warme moeder/vrouw/vriendin die ik zou willen zijn. Omdat ik op sommige momenten op de wc adem zit te halen of op een andere verdieping een huilbui zit tegen te houden terwijl de rest lol heeft.

Iemand opperde dat het mijn schrijverschap ten goede komt, omdat ik me daardoor goed kan inleven in mijn personages en veel details onthoud of kan oproepen.

Misschien is dat zo. Laten we het hopen, dan is het nog ergens goed voor.

En ondanks dat het fenomeen steeds bekender wordt, vind ik het lastig om het over mezelf te zeggen. Dat ik zo ben. Dat ik HSP ben en ook nog in hoge mate introvert.

Maar daarover een andere keer. 

donderdag 1 augustus 2019

Duister geheim

Een workshop geven is erg leuk omdat de deelnemers meestal heel - dit is het beste woord ervoor: gretig zijn. Ze schrijven alles op en ze willen alles horen wat ik zeg. Waar maak je dat nog mee? Ik thuis al helemaal niet. 


Ik gaf een workshop schrijven in een boekhandel in het noorden van het land. Er was tot mijn verrassing heel wat volk op afgekomen. De tijd dat ik zo nerveus was dat ik nauwelijks sliep was gelukkig voorbij. Ik had er zin in en was goed op dreef. 
‘Je personage is het belangrijkste onderdeel van het verhaal,’ vertelde ik. De pennen kwamen in beweging. 
‘Is dat zo?’ vroeg een man. Hij was de enige die niet was gaan zitten. Hij leunde met zijn elleboog tegen een boekenkast vol kookboeken. 
‘Ja,’ zei ik. ‘Zonder personage heb je geen verhaal. Hij is degene die het allemaal meemaakt.’
‘Dus is het plot het belangrijkste,’ zei hij met een lach. 
Ik wilde een antwoord formuleren, maar hij was me voor. 
‘Jaha,’ zei hij triomfantelijk en keek het publiek rond. 
Ik vervolgde mijn praatje. ‘Je personage moet een wens hebben, een doel. Zonder dat krijgt je het verhaal niet in beweging.’
‘En de Avonden dan?’ vroeg de man. 'Die vent wil niks.'
‘Dat kan,’ zei ik. ‘Er zijn altijd uitzonderingen.’
‘Dat zijn de beste verhalen,’ zei hij. 
‘Je moet eerst de regels kennen voor je ze kunt overtreden.’ Ik wilde verder gaan met die regels, maar de man ging door. ‘Als de Beatles dat hadden gedacht, waren ze nooit zo groot geworden. Die zijn ik weet niet hoe vaak afgewezen. Als ze zich hadden geconformeerd, was iedereen ze vergeten.’
‘Je hebt helemaal gelijk,’ zei ik. Ik kreeg een bemoedigende knipoog van een van de andere deelnemers. 
‘Schrijf elke dag,’ ging ik verder. ‘Zo houd je contact met je verhaal, juist ook als je niet schrijft. In de Albert Heijn krijg je de beste ingevingen.’
‘Of in de Jumbo,’ zei de man.
‘Het kan ook in de Jumbo,’ zei ik. ‘Het kan zelfs in een boekwinkel.’


Het lukte me om mijn praatje met goed fatsoen af te ronden. Na afloop kochten gelukkig een heel aantal deelnemers mijn boek, ik kreeg complimenten en er ontstonden leuke gesprekken bij het signeren. 
Ik dacht dat die man al weg was, maar hij had staan wachten tot de meeste mensen weg waren. 
‘Zo Iris,’ zei hij. Hij haalde een boek uit zijn tas. De titel was: Duister geheim op de breuklijn tussen verleden en toekomst - een dystopische literaire thriller
‘Ruilen?’ vroeg hij. Hij wees op mijn eigen exemplaar van Buiten Bereik. ‘Ik jouw boek, jij het mijne?’
Mijn hersens schoten te kort om direct een afdoende antwoord te formuleren. En zo kwam het dat ik naar huis ging met een duister geheim in mijn tas.