Ik ben er zo een. Zo’n hoogsensitief figuur. Het is hip en trendy en dat ben ik van mezelf in het geheel niet, maar dit kan ik dan toch op mijn cv noteren.
Helaas heb ik niet de romantische variant. Die waarbij ik in één oogopslag zie waar iemand mee zit, of dat ik meteen in de gaten heb wat de relatie en de problemen tussen mensen zijn en dat er ergens in mijn onderbuik wijze antwoorden zweven op alles wat mij en anderen bezighoudt.
Ik heb de variant waarbij ik iemand die in de trein met een snoepzakje zit te kraken of die steeds zijn neus ophaalt, wil vermoorden. Dat ik levendige fantasieën heb over het steken van een stok in de wielen van een hysterisch voorbijknetterende brommer. Ik kan daar echt woest om worden. Naar de supermarkt gaan is iets wat ik moet plannen. Ik zal nooit zonder boodschappenbriefje de winkel ingaan, want daar word ik overweldigd door het aanbod, de muziek, de mensen. Ik kan daar niet nadenken en al helemaal geen beslissingen nemen. Als ik twee of meer mensen tegelijk hoor praten kom ik in een soort hallucinerende tussenwereld terecht. Op een feestje zoek ik regelmatig de wc op om even alleen te zijn en tot mezelf te komen. Ik ga liever op bezoek dan andersom, zodat ik kan gaan wanneer het me te veel wordt.
En dit zijn alleen nog de dingen die ik niet te schaamtevol vind om te zeggen.
Dat dus.
Ik heb de boeken en de artikelen gelezen. Ze zeggen dat het een kracht is. Dat lees je overal.
En het zal wel, maar ik heb er vooral last van.
Ik kan het lang onderdrukken, maar als het me dan te veel wordt, kan ik exploderen en heel onaangenaam worden naar de mensen die het dichtst bij me staan. En dat vind ik heel erg. Ik leer wel steeds beter aan te voelen wanneer het met bijna te veel is, zodat ik die explosies kan voorkomen. Maar ook daardoor ben ik niet altijd de leuke, spontane en warme moeder/vrouw/vriendin die ik zou willen zijn. Omdat ik op sommige momenten op de wc adem zit te halen of op een andere verdieping een huilbui zit tegen te houden terwijl de rest lol heeft.
Iemand opperde dat het mijn schrijverschap ten goede komt, omdat ik me daardoor goed kan inleven in mijn personages en veel details onthoud of kan oproepen.
Misschien is dat zo. Laten we het hopen, dan is het nog ergens goed voor.
En ondanks dat het fenomeen steeds bekender wordt, vind ik het lastig om het over mezelf te zeggen. Dat ik zo ben. Dat ik HSP ben en ook nog in hoge mate introvert.
Maar daarover een andere keer.
Helaas heb ik niet de romantische variant. Die waarbij ik in één oogopslag zie waar iemand mee zit, of dat ik meteen in de gaten heb wat de relatie en de problemen tussen mensen zijn en dat er ergens in mijn onderbuik wijze antwoorden zweven op alles wat mij en anderen bezighoudt.
Ik heb de variant waarbij ik iemand die in de trein met een snoepzakje zit te kraken of die steeds zijn neus ophaalt, wil vermoorden. Dat ik levendige fantasieën heb over het steken van een stok in de wielen van een hysterisch voorbijknetterende brommer. Ik kan daar echt woest om worden. Naar de supermarkt gaan is iets wat ik moet plannen. Ik zal nooit zonder boodschappenbriefje de winkel ingaan, want daar word ik overweldigd door het aanbod, de muziek, de mensen. Ik kan daar niet nadenken en al helemaal geen beslissingen nemen. Als ik twee of meer mensen tegelijk hoor praten kom ik in een soort hallucinerende tussenwereld terecht. Op een feestje zoek ik regelmatig de wc op om even alleen te zijn en tot mezelf te komen. Ik ga liever op bezoek dan andersom, zodat ik kan gaan wanneer het me te veel wordt.
En dit zijn alleen nog de dingen die ik niet te schaamtevol vind om te zeggen.
Dat dus.
Ik heb de boeken en de artikelen gelezen. Ze zeggen dat het een kracht is. Dat lees je overal.
En het zal wel, maar ik heb er vooral last van.
Ik kan het lang onderdrukken, maar als het me dan te veel wordt, kan ik exploderen en heel onaangenaam worden naar de mensen die het dichtst bij me staan. En dat vind ik heel erg. Ik leer wel steeds beter aan te voelen wanneer het met bijna te veel is, zodat ik die explosies kan voorkomen. Maar ook daardoor ben ik niet altijd de leuke, spontane en warme moeder/vrouw/vriendin die ik zou willen zijn. Omdat ik op sommige momenten op de wc adem zit te halen of op een andere verdieping een huilbui zit tegen te houden terwijl de rest lol heeft.
Iemand opperde dat het mijn schrijverschap ten goede komt, omdat ik me daardoor goed kan inleven in mijn personages en veel details onthoud of kan oproepen.
Misschien is dat zo. Laten we het hopen, dan is het nog ergens goed voor.
En ondanks dat het fenomeen steeds bekender wordt, vind ik het lastig om het over mezelf te zeggen. Dat ik zo ben. Dat ik HSP ben en ook nog in hoge mate introvert.
Maar daarover een andere keer.