zondag 25 januari 2015

Tijdreis

Een van de mooiste boeken die ik de afgelopen jaren las was geen roman, maar het boek ‘Een kleine geschiedenis van Amsterdam’.  Dat overigens leest als een roman. Ik las het in de kerstvakantie, met op mijn ene been het boek, en op het andere mijn ipad. Ik zocht oude kaarten meteen op, straatnamen, bekende Amsterdammers en oude foto’s. Dat maakte het nog tien keer leuker.

Geert Mak kan zo goed schrijven, dat het net is alsof je erbij bent geweest. Ik zag de mensen in de middeleeuwen, ik rook de smerige gracht, ik zag de gruwelijkheden, ik voelde de kou van de strenge winters. Het was alsof ik een tijdreis maakte.

Geert Mak citeert uit het dagboek van Jacob Bicker Raye, een Amsterdammer die leefde in de 18e eeuw. Toen ik erop googelde, kwam ik erachter dat het complete dagboek online te lezen is! Weliswaar in een volgens Geert Mak bloedeloze vertaling, maar goed.

En er was een Amsterdammer, Jacob Olie, die vanaf 1860 foto’s maakte van het dagelijks leven. Uiteraard googelde ik daar ook op en ik had me voorgenomen om zoveel mogelijk oude foto’s van die man te verzamelen, toen ik ontdekte dat er een app van is! Duizend foto’s van eind 19e eeuw voor maar 99 cent.

Ik hou zo van oude foto’s. Een blik in een andere tijd, mensen die er allang niet meer zijn, maar die ik wel kan zien. Onwetend van mij, die ze na zoveel jaar nog kan bekijken. En niet in een museum of fotoboek, maar op een glazen plaat op schoot, zomaar vanuit het niets.

Die ene seconde van honderddertig jaar geleden vastgelegd. Alles wat er toen nog niet was gebeurd. Al die mensen met hun levens, hun zorgen, hun kinderen, hun dagelijkse dingetjes. Het heeft echt bestaan. Voorgoed verdwenen.



Foto

Nu wil ik natuurlijk heel graag een dag naar Amsterdam, om alle plekken te zien die in het boek genoemd staan. De Zoutsteeg waar een vrouw opgehangen werd in haar deuropening, de plek waar het mirakel van Amsterdam plaatsvond, het galgenveld waar de misdadigers (onder andere Elsje Christiaens, waar Margriet de Moor een boek over schreef, wat ik ook nog wil lezen...) tentoongesteld werden, (wat nu de Badhuisweg heet, bij het Eye in de buurt - zit daar geen mooi verhaal in?) enzovoort. Eerst wilde ik zelf een wandeling samenstellen, maar ook dat is al gedaan! In het boek 'Een kleine stadsgids' van Daniel Schipper.

Helaas is het nergens meer te verkrijgen. Als iemand het voor me heeft, ik zou het graag van je willen overnemen. 

dinsdag 13 januari 2015

BeginZinZin

Iedere lezer weet hoe belangrijk de BeginZin is. 
Die kan het verschil maken tussen lezen of dichtslaan.

Zelf waag ik me pas halverwege, of zelfs nog later aan het schrijven van die zin. Als ik weet wat ik wil vertellen. Als ik weet wat voor verhaal het is.

Als die beginzin me invalt weet ik meteen: dit is 'm.

De laatste dag dat alles nog gewoon was, was de eerste van het nieuwe schooljaar. (Wish you were here)

Soms weet je dingen voor je ze weet. (Zwaartekracht)

Ooit schreef ik bij wijze van experiment honderd beginzinnen. Dat inspireerde zo, dat sommige ervan tot een kort verhaal leidden of zelfs een hoorspel.

Een van die zinnen spookt nog altijd in mijn hoofd. Ik heb vaak geprobeerd om er een verhaal van te maken, dat is nog niet gelukt. Misschien is dit een één-zin-verhaal. Ook leuk.

De telefoonrekening was 95 cent hoger dan anders.

Heb je ook een leuke, intrigerende of spannende Beginzin? Doe mee met de wedstrijd en win een Verhalenmachine!

Uit het boekje: Ingeblikt, over avondwandelingen

maandag 12 januari 2015

Hoe een pianoleraar mijn verhaal redde

Al een tijd ben ik bezig met een nieuwe YA roman, naast de twee jeugdboeken die dit jaar uitkomen. 

Het gaat moeizaam, maar gestaag. Het komt vooral doordat het lang duurde voor ik de juiste toon te pakken had. Pas toen ik mijn dochter (op 13 november, ik weet het nog precies) uit een boek voorlas waar een vleugje fantasy in zat, wist ik: zo moet het. Diezelfde avond probeerde ik een stukje uit en eindelijk voelde ik weer dat het goed zat.


Het manuscript dat op dat moment 40.000 woorden telde, heb ik overgeschreven. Letterlijk. Nieuw document open naast het bestaande en schrijven maar. 
Elke zin opnieuw door mijn vingers. De nieuwe toon wekte ook nieuwe woorden tot leven en andere beelden. Het werd een nieuw verhaal.

Toch was het nog niet af. Er zaten nog veel gaten in. Ook had ik de plot nog niet glashelder. Ik schrijf niet van A-Z, maar bouw eerst het skelet en vul dat later op. 

Halverwege moest er nog een scene in met een pianoleraar. Ik had daar nog verder niet over nagedacht, maar op het moment dat ik de eerste regel typte, zag ik die man meteen voor me, in zijn huis, tot in detail, tot aan de brandende kaarsen aan toe. Ik zag zijn warrige haar, zijn bretels. Hij liep zelfs op sloffen, zag ik. Ik bedenk dat niet, ik 'zie' dat. 
Alsof de scene al ergens bestaat. Magisch, hoe dat werkt. 

Maar er was meer. 
Tot mijn verbazing zei de man iets. Iets wat de sleutel bleek te zijn tot de ontknoping van het verhaal. Ik kon verder! 

Dat vind ik nou zo fascinerend aan schrijven. Ze zeggen dat je het zelf bedenkt, zo'n verhaal. Maar zo voelt dat niet. Het voelt alsof ik het verhaal ontdek. 

Gelukkig hoef ik die pianoleraar geen royalties te betalen.