dinsdag 9 juli 2019

De foto



Mensen vragen me vaak waar de ideeën voor mijn boeken vandaan komen. Het antwoord is eenvoudig én waar: verhalen liggen op straat. Ik loop blijkbaar rond met voelsprieten en gevoelige ogen en oren en als ik iets zie of hoor, checkt een deel van mijn brein of het verhaalwaardig is. Dat begint vaak met de vraag: stel je voor dat?

Zojuist nog in een gesprek tussen puber en haar vriendinnen over doorstuur-appjes: ‘Ik ben dood en jij ook als je dit niet doorstuurt!’ Daar kan ik wel wat mee, dacht ik meteen. Stel je voor dat iemand zo’n appje krijgt en het negeert en dat er dan toch iets vreselijks gebeurt.
Dit voelsprieteren gaat de hele dag door. Soms wel vermoeiend. Als zo’n ingeving het eind van de dag haalt, komt die op mijn VerhaalIdeeLijst, die intussen aardig lang is.
Vier jaar geleden was ik op een verjaardag. Mijn Lief zou de dag erna op vakantie gaan en mijn schoonzus zei voor de grap: ‘Stel je voor dat hij niet terugkomt?’
En ik dacht: ja, inderdaad, stel je voor dat hij niet terugkomt.
Het liet me niet los. Dat werd mijn thriller Buiten Bereik.
Soms gebeuren er dingen die fantastisch zijn en haast onwerkelijk, zonder dat het (tot nu toe) boeken worden. Zo was ik een tijd geleden uit eten. Naast onze tafel zat een vriendinnengroep met veel lol. Op een gegeven moment kwam een van hen naar mij toe. Ze zei: ‘We hebben een vreemde vraag. Een van onze vriendinnen kon er vandaag niet bij zijn. Maar jij lijkt heel erg op haar. Zou je als stand-in met ons op de foto willen, zodat ze er tóch een beetje bij is?’
Dat wilde ik wel. Een ober maakte een foto terwijl ik tussen de vrouwen in stond, hun armen om mij heen.
‘Je lijkt echt heel erg op haar,’ zeiden ze toen ze de foto’s bekeken.
‘Weet je zeker dat je het niet bent?’ vroeg een ander en er barstte een lachsalvo los.
Het voorval liet me niet meer los. Dit zou een mooi begin zijn van een thriller, alleen hoe? Misschien blijkt de echte vrouw later te zijn vermoord. Of mijn aanwezigheid zou een alibi moeten zijn voor de moordenaar. Ik zou worden verdacht.
Of een griezelverhaal: de vrouw blijkt helemaal niet te bestaan.
Of ik blijk die vrouw op een onnavolgbare manier uiteindelijke wel te zijn. Of haar onbekende tweelingzus.
Ik ben er nog niet uit. Jullie ideeën?