woensdag 26 september 2012

Bas wil een beest


Tussen alle bedrijven door schrijf ik ook nog een leesboekje, in opdracht van uitgeverij Delubas, niveau Avi-start, voor de allerprilste lezertjes in groep 3.

Ik heb nog nooit zo'n lastige klus gehad :-)
Het leek wel een ingewikkelde puzzel. Een greep uit de eisen voor het laagste niveau:

  • Alleen woorden van 1 lettergreep
  • Alleen klankzuivere woorden (dus BAD mag niet: D spreek je uit als T).
  • Geen dubbelklanken: geen oe, geen ui, geen ei...
  • Geen twee medeklinkers na elkaar (enkele uitzonderingen). 

En aan mij de schone taak een boekje van 64 (!) pagina's te schrijven.

Toen Anne in groep 3 en 4 zat, was ik leesmoeder. Ik was erbij toen haar klasgenootjes hun eerste boekjes lazen. En wat heb ik daar veel van geleerd. In dat eerste begin zijn ze nog zo bezig met de letters, met de woorden, dat ze in dat stadium nog niet veel meekrijgen van het verhaal, dat komt pas later. Ik heb ze horen worstelen met de letters en met die rare nederlandse taal.
Deze ervaring nam ik natuurlijk mee bij het schrijven van dit boek.

Ik besloot daarom als eerste het verhaal op te delen in 15 korte verhalen. Omdat je soms in groep 3 wel een paar weken over een boek doet, weten ze echt niet meer waar het de vorige keer over ging, zeker niet als er een weekeind of vakantie tussen zit.
Wel schreef ik de verhalen met steeds dezelfde jongen (Bas) als hoofdpersoon, die in elk hoofdstuk iets beleeft met een dier en zijn vriend (Rik). Aan het eind van het verhaal gaat zijn grootse wens in vervulling: een hond pup.


Dus ik moest 15 dieren vinden die aan bovenstaande eisen voldoen. Geen poes, wel kat, geen koe, wel mus, vis, aap, kip. 
Het was echt erg lastig, zeker als je ook geen “heb” mag gebruiken of “pakt” of “niet” of “komt”.
En hier komt de waarde van illustraties om de hoek kijken. Wat je niet mag schrijven, kun je tekenen! De kermis, de boerderij, de apenheul.

De kinderen van mijn leesgroepjes waren echt GEK op de tekeningen. Ze bladerden vooruit, probeerden te voorspellen wat er zou gaan gebeuren, stootten elkaar aan als ze iets ontdekten. Ik vond dat echt prachtig om te zien, zo direct had ik dat natuurlijk zelf nog nooit gezien. Ondanks de beperkingen van de taal, ging het verhaal enorm voor ze leven.

Ik heb gevraagd of ik mijn verhaal zelf mag illustreren, daar heb ik nog geen antwoord op.

Het verhaal ligt nu bij de uitgever, en wordt grondig gescreend om te zien of het aan alle eisen voldoet. Eén woordje probeer ik erdoor te smokkelen: dood. Want “leeft niet” mag ook niet, en in het verhaal gaan een mus en een mug dood.
Zo dood als een pier.

Oh nee.

donderdag 20 september 2012

Huil

"Het zou wel raar zijn als je, wanneer je verdrietig bent, eerst naar de winkel moet om huil te kopen. En dat je dan als je thuis bent die huil inslikt en dan pas kunt huilen. Toch mam?"

Mijn bijna achtjarige heeft een wonderlijke gedachtengang. Eentje waar ik soms jaloers op ben.


dinsdag 18 september 2012

(Nog) geen woorden voor!

Momenteel werk ik aan de grootste illustratie-klus die ik ooit gehad heb: het maken van rond de 900 illustraties voor een logopedieboek. Erg omvangrijk en erg leuk om te doen. Ik dacht altijd dat logopedie bedoeld was voor kinderen met spraakproblemen, maar het is veel ruimer dan dat. Het gaat ook om bijvoorbeeld moeilijkheden met de woordenschat.

Nu kun je als logopedist moeilijk elk kind dat in je praktijk komt, meenemen naar een vliegveld, winkel, dierentuin of strand om woorden te leren en te oefenen. Dus maakt hij of zij gebruik van hulpmiddelen.
En dat is waar de illustrator in beeld komt. Ik maak tekeningen van alledaagse situaties, zodat de logopedist daarmee in de praktijk kan oefenen.






Ik teken dus net zo makkelijk een brandweerman, een glijbaan, een schoen, of een kind dat wiebelt. Heel erg creatief is het werk niet, want alles is vast omschreven en het hoeft niet "leuk" te zijn, alleen maar duidelijk. Maar het fijne daaraan vind ik dat ik precies weet wanneer het af is, en ondertussen kan ik mijn andere hersenhelft aan het werk zetten, door naar radio-interviews te luisteren van bijvoorbeeld kunststof radio of Casa Luna. Of ondertussen na te denken over mijn nieuwe boek:-)

Dit is wat mij betreft het echte illustreren: afbeelden waar (nog) geen woorden voor zijn.

So many books, so little time

Mijn to-read stapel groeit harder dan mijn "gelezen" stapel. Ik koop boeken, ik krijg ze, ik herlees ze. Tenminste, dat is het plan. Niets vind ik zo inspirerend als een goed boek, zo eentje waarvan je met spijt de laatste bladzijde ziet naderen. Maar de tijd, waar haal ik de tijd vandaan?
Op onze wc liggen boeken met korte verhalen en gedichten. En ja, dat is een eer, om een wcboek te zijn! Meerdere keren per dag lees ik een bladzijde, of, al naar gelang de avond ervoor genuttigde maaltijd, een heel verhaal.
Naast mijn bed liggen boeken, naast mijn luie stoel, in de vensterbank, naast mijn werktafel om tijdens het schrijven te lezen (schrijftip!) en nu heb ik ook nog een ereader gekocht. Die neem ik mee en ik lees waar ik kan. En ondertussen komen er maar boeken bij...
Ook luister ik, bij vlagen, naar luisterboeken voor ik ga slapen.
Het is te veel. Hoe breng je nu orde in de chaos?
Ik heb mezelf wat regels opgesteld:
1. Niet meer dan 3 boeken tegelijk. (en dan bv een zware, een thriller, en een leuke)
2. Ik heb mezelf al een tijd geleden ontslagen van de uitleesplicht: als een boek mij na pakembeet een bladzij of 30-50 niet boeit, hoef ik hem, anders dan vroeger, niet uit te lezen.
3. Eens in de zoveel tijd een boekenkoopverbod (dat is een lastige, want betekent ook een boekwinkelbezoekverbod, en dat is echt een straf).
4. Als het om klassiekers gaat, van die boeken waar je niet doorheen komt maar die je wel 'gelezen moet hebben' sta ik mezelf in beperkte mate toe de film te zien in plaats van het boek te lezen.
Hoe doen jullie dat?
Ps : En nu wil ik ook nog het nuttige met het aangename verenigen door een manier te zoeken tegelijk te bewegen en te lezen. Want voor sporten heb ik helemaal geen tijd, dus zou het lukken een boek te lezen op een hometrainer of al hoepelende?

Schrijfspierballen


“Maar jij kunt toch al schrijven?” hoorde ik meerdere keren toen ik vertelde dat ik een korte cursus “Luisteren naar je pen” ga doen.
Behalve dat het waarschijnlijk als verkapt compliment bedoeld was, en als grap, is het niet waar. Tenminste niet als in “ik kan zwemmen/fietsen/mijn veters strikken/300 aanslagen per minuut tikken”.
In 2009 deed ik mee met Nanowrimo: een maand waarin wereldwijd duizenden mensen een eigen roman schrijven van 50.000 woorden. Dat zijn 1667 woorden per dag.
Gekkenwerk, dat kan helemaal niet. Tenminste niet als het geheel een boek moet vormen. Maar ik deed mee om te zien wat het zou opleveren.
En dat was:
1. een erg slecht verhaal
2. de ontdekking van mijn eigen stem.
Nanowrimo is een hele goeie aanrader wat mij betreft voor mensen die last hebben van hun Innerlijke Criticus en van writer’s block.
Doordat je onder druk zoveel tekst moet produceren, moest ik wel uit een ander vaatje tappen, een andere dan de rationele, bedachtzame stem die ik voorheen het woord gaf. Die was niet toereikend, want die was veel te logisch en te verstandig en vond overal wat van, dat hield maar op, ik kwam bij lange na niet aan het aantal woorden.
Dus ik begon van wanhoop maar gewoon wat onzin te schrijven.
En wat gebeurde er?! Er kwam tekst. En er kwam niet zomaar tekst, er kwamen mooie zinnen, verrassende associaties, onverwachte beelden, poëtische zinnen die soms precies raak waren en beter waren dan ik had kunnen bedenken.
Ik zat met grote ogen te kijken naar wat ik zelf schreef. Zo wonderbaarlijk: komt dat uit mijn brein?
Dat was het moment dat ik ontdekte wat er gebeurde als je de teugels loslaat: mijn eigen stem liet van zich horen.
Uiteraard is niet alles, of misschien bijna niets, van deze zo grof geschreven tekst bruikbaar. Maar laat er eens een kwart tekst overblijven die in de basis goed is. Dat is dikke, vette winst.
Met die stem heb ik *Wish you were here* geschreven en schrijf ik nu aan een nieuwe roman. En zoals een beroemde operazangeres stemoefeningen blijft doen, een sporter rekoefeningen, een pianist riedeltjes blijf spelen om zijn vingers soepel te houden, zo train ik mijn schrijfspierballen. Met een cursus. 

Voorlezen 2



Begin vorige week reageerde ik op een tweet van Tofik Dibi: of er kinderboekenschrijvers waren die wilden voorlezen in de bieb in Heerlen.
Gisteren was het zover.
Een bus gevuld met politici en kinderboekenschrijvers reed door Limburg en deed verschillende scholen aan. Voor mij was het praktisch onhaalbaar om op de heenweg met die bus mee te rijden, dus ik treinde op eigen gelegenheid naar Heerlen, wat nog best een eind was, (240 km!) maar gelukkig was ik ruim op tijd.
De bus niet. De bus had vertraging en ondertussen zaten er al zo’n 75 kinderen in de zaal. Ze waren heel geduldig en vonden het niet erg om even te wachten, maar het duurde natuurlijk wel even. Ik dacht, hey, ik ben hier nu toch, zal ik vast beginnen met voorlezen? Voor wie mij kent: ik vind het altijd behoorlijk spannend om ‘op te treden’ voor kinderen, dus het zweet brak me aardig uit, maar ik had een plannetje.
Vlak voor ik vertrok die ochtend, had ik bij wijze van ingeving nog snel de vijf gedichten geprint, die ik gemaakt had voor Querido’s Poëziespektakel, waarvan er eentje geplaatst is in de bundel *Er Zit Een Feest In Mij*. Voor als ik nog tijd zou hebben, dacht ik, je weet maar nooit.
Ze kwamen nu mooi van pas. Ik had deze gedichten nog nooit aan iemand laten horen, dus het was best spannend. Maar ze reageerden overweldigend! Ze lachten op die momenten dat ik hoopte dat het grappig was en ik kreeg na elk gedicht een enorm applaus. Dat was echt heel erg leuk, een kadootje voor mij, en hopelijk ook voor de kinderen.
Maar de bus, de bus die was er nog steeds niet!
Gelukkig had ik nog meer bij me. Ik vertelde over mijn andere boeken en deelde ansichtkaarten uit die ik speciaal voor deze dag had laten maken. Natuurlijk wilden ze alle 75 mijn handtekening, en toen ik die allemaal gezet had, toen was de bus er eindelijk! Samen met Marcel van Driel en Rian Visser vermaakten we de kinderen nog wat langer. Daarna lunchten we op het dak van de bieb in een heerlijk Limburgs zonnetje.


Ik kon gelukkig wel met de bus (een ouwe Amerikaanse schoolbus zonder (merkbare) vering) mee terug en dat was heel gezellig.
Wat heb ik toch leuk werk!

Schaamteloos

Nog altijd heb ik er moeite mee om mij en mijn boeken te promoten. Op de een of andere manier vind ik dat ik dan opschep en dat mag niet en dat wil ik niet.
Aan de andere kant, hou ik mezelf voor, als ik sokken zou verkopen, zou ik ook adverteren met hoe lekker ze zitten en positieve ervaringen van mijn klanten. Het is gewoon mijn werk.
Daarom waag ik er toch dit logje aan.
Mijn boek *Wish you were here* verscheen bij Mozaïek. Door de uitgeverij werd het ingestuurd voor Het Hoogste Woord, een prijs voor het beste christelijke jeugdboek.
Wish
Ik wist al dat het niet genomineerd was, dus ook dat het niet zou winnen. Vrijdag was de uitslag: De Boot van Helga Warmels heeft gewonnen!
Meteen daarna kreeg ik het juryrapport onder ogen, waarin alle boeken inclusief dat van mij besproken werden. De jury heeft het boek erg aandachtig gelezen, waarvoor hartelijk dank.
En dan nu het schaamteloze opschepgedeelte. Ik citeer:
“Iris Boter verrast door haar prachtige zinnen; bij haar is op bijna elke bladzijde wel een mooi citaat aan te wijzen.”
“Boters taalgebruik is origineel en doet niet gekunsteld aan. Het is een feest om een verhaal te lezen met zulke creatieve en kunstige zinnen en woorden.
Het verhaal opent met een prachtige zin: ‘De laatste dag dat alles nog gewoon was, was de eerste dag van het nieuwe schooljaar.’ Andere mooie vondsten zijn: ‘Alles hier in huis was gericht op wat was geweest en ik werd doodmoe van deze omgekeerde energie.’ en ‘De gewoonheid waar mijn moeder en ik ons aan vastklampten begon te schuren.’ Het verhaal bevat veel van dit soort zinnen en woordgebruik. Boter laat daarmee zien dat ze een woordkunstenares is en dat ze in staat is om een geheel eigen stijl neer te zetten.”
Uit het rapport blijkt ook, dat Wish geen kans maakte om te winnen, omdat het meer spiritueel dan christelijk is. Dat dat zo is, daar ben ik het mee eens.
“Het dilemma wordt vooral gevoeld, omdat de jury onder de indruk is van de schrijfkwaliteiten van Iris Boter. Was er geen discussie over het christelijk element dan zou dit boek zonder meer genomineerd zijn en een grote kanshebber voor de prijs Het Hoogste Woord zijn geweest.”
Jammer? Ja en nee.
Natuurlijk had ik het geweldig gevonden als Wish had gewonnen. Maar mijn persoonlijk streven is niet om een goed christelijk boek te schrijven. Mijn streven is om een heel erg goed boek te schrijven. Daarom ben ik héél erg in mijn nopjes met de positieve woorden over Wish en geeft het me moed om door te gaan met het boek dat ik nu schrijf, waaraan ik (des schrijvers eigen) nog wel eens twijfel.
En dan nu de klapper, zoals een sokkenmarktkoopman ook zou doen: *Wish you were here* is nu met 30% korting te verkrijgen in de boekwinkel met onderstaande bon!


Voorlezen 1


Volgende week 5 september om 13:30 ga ik in het kader van de Alfabetiseringsweek voorlezen in de bieb in Heerlen. Via een oproep op twitter van Tofik Dibi die om kinderboekenschrijvers vroeg, waar ik op reageerde, kwam ik bij de stichting Lezen&Schrijven terecht. Een hele goeie actie! (En lang leve de kracht van twitter!)
Nu maar hopen dat de bieb stampvol zit.
Een paar jaar geleden las ik voor in de bibliotheek in Zwolle, in de Kinderboekenweek. Hoewel er ontzettend veel ruchtbaarheid aan gegeven was en er niet de minste namen rondliepen (onder andere Tjibbe Veldkamp) was er geen kip.
Ik zat op de kinderafdeling omringd door kleine stoeltjes, waarvan er één bezet was. Door mijn dochter.
Ik begon maar gewoon met voorlezen, in de hoop dat de paar kinderen die er waren, aan zouden schuiven. En ja, na een tijdje kwam er een klein jongetje naar me toe dat me schuchter een boek, dat hij even tevoren uit de kast had getrokken, in handen drukte: of ik dat wilde voorlezen?
Tuurlijk wilde ik dat. Ik ben de beroerdste niet. Toen ik na dat boek toch maar aan mijn eigen boek begon, stond hij op en liep weg.
En ik besloot “de kat die niet van de bank af wilde”dan maar wéér voor te lezen aan mijn dochter.
Maar die wilde liever een workshop doen, dus die was ook weg.
Daar zat ik. 

En we noemen haar...


De hoofdpersoon uit het boek waar ik nu aan bezig ben, heb ik Gry genoemd. Dat vond ik mooi: er zit iets van Grijs in, en het boek heeft een trieste ondertoon waar (de kleur van) de zee een rol in speelt. Het paste, vond ik. En ze woont in Oslo, het is een Noorse naam.
Maar mijn proeflezers waren het niet met me eens. Ze konden de naam niet goed uitspreken, konden het niet onthouden en vonden het een vervelende naam. En dat moet niet. Want lezers moeten begaan zijn met een hoofdpersoon, willen weten hoe het met hem of haar afloopt en een irritante naam helpt daar niet bij.
Ik heb het zelf ook. Als de naam in een boek mij vervelende associaties geeft (en nee, ik ga natuurlijk geen voorbeelden geven...) dan kost het me al een eerste drempel om verder te lezen.
Uiteraard heeft iedereen zijn persoonlijk voor- en afkeuren en afgrijselijke exen en dergelijke, dus je kunt het nooit iedereen naar de zin maken. Als één iemand nu kritiek had op de naam Gry, had ik me er niet zoveel van aangetrokken, maar er waren er meer. En daarom heb ik de naam veranderd in Mare. Ook iets met zee, maar warmere klanken, meer van deze tijd.
En wat gebeurde er?
Het is een ander meisje geworden. Warmer. Sympathieker. Ik heb zelf ook een ander beeld van haar gekregen. En in de herschrijfronde die ik nu aan het maken ben, maak ik er een –iets- andere dame van. En dat doet het verhaal goed, merk ik nu al. 
Oeps. Nu ontdek ik net dat Mare in het Noors merrie betekent. Mmmm. 

Ik ga het weer doen


Na een radiostilte op dit blog van bijna een jaar (schaam) heb ik besloten de draad weer op te pakken. Ik facebook en twitter me suf, maar er valt meer te vertellen dan wat ik in 140 tekens kwijt kan. En facebook is leuk en gezellig, maar ook vluchtig. 

Nieuw blog

Omdat mijn blog bij posterous niet goed meer werkte, ben ik overgestapt op Blogger.
Berichten van voor augustus 2012 zijn terug te lezen op http://boterletters.posterous.com.
Berichten van na die tijd heb ik gekopieerd en hier geplaatst.