Tussen alle bedrijven door schrijf ik
ook nog een leesboekje, in opdracht van uitgeverij Delubas, niveau
Avi-start, voor de allerprilste lezertjes in groep 3.
Ik heb nog nooit zo'n lastige klus
gehad :-)
Het leek wel een ingewikkelde puzzel.
Een greep uit de eisen voor het laagste niveau:
- Alleen woorden van 1 lettergreep
- Alleen klankzuivere woorden (dus BAD mag niet: D spreek je uit als T).
- Geen dubbelklanken: geen oe, geen ui, geen ei...
- Geen twee medeklinkers na elkaar (enkele uitzonderingen).
En aan mij de schone taak een boekje
van 64 (!) pagina's te schrijven.
Toen Anne in groep 3 en 4 zat, was ik
leesmoeder. Ik was erbij toen haar klasgenootjes hun eerste boekjes
lazen. En wat heb ik daar veel van geleerd. In dat eerste begin zijn
ze nog zo bezig met de letters, met de woorden, dat ze in dat stadium
nog niet veel meekrijgen van het verhaal, dat komt pas later. Ik heb
ze horen worstelen met de letters en met die rare nederlandse taal.
Deze ervaring nam ik natuurlijk mee bij
het schrijven van dit boek.
Ik besloot daarom als eerste het
verhaal op te delen in 15 korte verhalen. Omdat je
soms in groep 3 wel een paar weken over een boek doet, weten ze echt
niet meer waar het de vorige keer over ging, zeker niet als er een
weekeind of vakantie tussen zit.
Wel schreef ik de verhalen met steeds
dezelfde jongen (Bas) als hoofdpersoon, die in elk hoofdstuk iets
beleeft met een dier en zijn vriend (Rik). Aan het eind van het
verhaal gaat zijn grootse wens in vervulling: een hond pup.
Dus ik moest 15 dieren vinden die aan
bovenstaande eisen voldoen. Geen poes, wel kat, geen koe, wel mus, vis,
aap, kip.
Het was echt erg lastig, zeker als je
ook geen “heb” mag gebruiken of “pakt” of “niet” of
“komt”.
En hier komt de waarde van illustraties
om de hoek kijken. Wat je niet mag schrijven, kun je tekenen! De
kermis, de boerderij, de apenheul.
De kinderen van mijn leesgroepjes waren
echt GEK op de tekeningen. Ze bladerden vooruit, probeerden te
voorspellen wat er zou gaan gebeuren, stootten elkaar aan als ze iets
ontdekten. Ik vond dat echt prachtig om te zien, zo direct had ik dat
natuurlijk zelf nog nooit gezien. Ondanks de beperkingen van de taal,
ging het verhaal enorm voor ze leven.
Ik heb gevraagd of ik mijn verhaal zelf
mag illustreren, daar heb ik nog geen antwoord op.
Het verhaal ligt nu bij de uitgever, en
wordt grondig gescreend om te zien of het aan alle eisen voldoet. Eén
woordje probeer ik erdoor te smokkelen: dood. Want “leeft niet”
mag ook niet, en in het verhaal gaan een mus en een mug dood.
Zo dood als een pier.
Oh nee.