De afgelopen weken legde ik de laatste
hand aan mijn manuscript Zwaartekracht. Ik kreeg het per post terug
van een redacteur van Van Goor, vol aanwijzingen en opmerkingen, die
ik verwerkt heb.
Een discussie die ik vaak heb op
bijvoorbeeld verjaardagen is dat mensen zich afvragen:
Is het nog wel jouw boek, als je de
wijzigingen van zo'n uitgever verwerkt, en vind je het niet vervelend
dat iemand zich bemoeit met jouw verhaal? Dat wil je toch zeker niet?
Of de onderhuidse aanname dat het dan
toch wel niet zo'n goed verhaal zal zijn, als er zoveel opmerkingen
bij staan. (Een gevoel dat mij ook wel eens bekroop toen ik de
hoeveelheid balpenblauw op de prints zag, maar dat terzijde.)
Het antwoord is: ik ben zielsgelukkig
met het bestaan van redacteuren. Elk (elk!) verhaal wordt beter als
het gescreend wordt door iemand die verstand heeft van taal en
verhaal. Sterker nog, aan het eind van het schrijftraject verheug ik
me op de bemoeienis van een redacteur. Als je zo lang met je verhaal
bezig bent geweest ben je blind voor je eigen stopwoorden,
woordherhalingen, inconsequenties en ja, ook fouten.
Een redacteur is geen vijand die mijn
verhaal wil afbreken, zoals sommige verjaardagsgasten denken, maar
een vriend die net als ik het verhaal zo goed mogelijk wil maken.
Naast de vele taaldingetjes (wanneer
schrijf je 'zo veel' aan elkaar?) wees een redacteur mij ook ooit op
dit: ik beschreef een emotionele scene op een terras, nadat de
hoofdpersoon een koffie besteld had. Ik was helemaal gefocust op die
emotionele scene, waardoor ik niet zag dat de hoofdpersoon een thee
met de ober afrekende. Al had ik het honderd keer gelezen, ik had het
niet gezien. De redacteur wel.
En in Zwaartekracht stond een
kringeltje onder deze zin: Hij had mij nog niet gezien en mijn
schoenen ook niet.
Een redacteur kun je vergelijken met
een geluidstechnicus, die een band helpt met de opnames van hun cd.
De creatieve input komt van de muzikanten, maar als hun nummers
volledig uit balans op cd of podium te horen zou zijn, zouden mensen
met de handen voor hun oren wegrennen, hoe mooi de liedjes ook. Een
muzikant hoeft niet per se ook verstand te hebben van de techniek van
het geluid. Als je daar een professional voor inhuurt wordt je muziek
er beter van.
Soms is het wel lastig. Zo stond bij
een stukje in m'n verhaal ergens de opmerking 'te mooi'. En dat
was in dit geval geen compliment. Te geforceerd, bedoelde ze.
Dat moet ik dan wel even laten
bezinken. Het is dan niet zo dat ik die opmerking móet verwerken,
die vrijheid heb ik wel. Voor mij is de vraag leidend: wordt het
verhaal er beter van? Niet: krijgt mijn ego hier een deukje van?
Na een paar dagen heb ik dat liefje
vermoord.
En een paar andere omcirkelde liefjes
heb ik laten leven.
En nu ze dood is, je liefje, is het verhaal daar beter van geworden, of moet je haar dood nog even verwerken?
BeantwoordenVerwijderenHet verhaal is er beter van geworden. Het stukje viel uit de toon met de rest. Maar die dood moet ik nog wel even verwerken. Ik heb een apart document 'vermoorde liefjes' waarin ik ze bewaar. Voor ooit.
BeantwoordenVerwijderenZolang je je eigen liefje maar niet gaat vermoorden:-)
BeantwoordenVerwijderenRedacteuren hebben eigenlijk een prachtig beroep; ze lezen als eerste jouw boek en mogen er dan ook nog op reageren.
Door: mooi gezegd!
BeantwoordenVerwijderen