Ik werk thuis, al achttien jaar. Dat bevalt mij heel goed.
Soms denken mensen dat daar veel discipline nodig is, maar bij mij is het tegendeel waar. Zodra de puber naar school is en de man naar het werk, zit ik gedoucht en aangekleed met koffie achter mijn bureau. (Dat is dus vaak al om 8 uur ‘s ochtends. Wie mij nog kent van vroeger weet dat dit een mirakel is). Met schoenen aan, want zonder voel ik me te casual. Ook mijn tanden zijn gepoetst.
Ik begin de dag met het maken van een lijstje van wat ik die dag wil doen en dan ga ik aan de slag. Soms begin ik met het verder schrijven aan een verhaal, soms begin ik juist met de administratie of een saaie klus, zodat dat maar gedaan is.
Ik werk een paar uur, eet wat tussendoor, drink nog een kopje koffie. Om me niet al te alleen te voelen, kijk ik vaak op twitter, mijn koffiemachine. Facebook heb ik op mijn werkcomputer afgeschaft. Bleef ik te lang hangen.
Werk en prive zijn op zo’n dag strikt gescheiden. Soms doe ik een wasje om dat een uurtje later op te hangen, maar daar blijft het bij. Zelfs een wandeling met mijn echtgenoot die veel thuis was voelde als spijbelen.
Om een uur of vier ‘s middags is de koek op en stop ik ermee. Ik doe lopend boodschappen, hoor de verhalen van man en kind aan en zijg op de bank voor een boek, krant of Facebook.
Heerlijk zo ongestoord te kunnen werken, vooral met het vooruitzicht niet eens gestoord te kĂșnnen worden.
Maar soms ben ik mezelf zat. Die eeuwige terugkerende gedachten, dat geneuzel in mijn hoofd. En soms zit ik meer op twitter dan in mijn verhaal, omdat het gewoon even niet wil. Soms wil ik gestoord worden, even iemands verhaal horen, een domme grap. Ik kan het zelfs missen om me te ergeren aan luid pratende mensen of koekjesgeknaag.
Daarom werk ik zo af en toe in de bieb, soms met andere thuiswerkende ZZP’ers.
Dan ziet mijn dag er anders uit. Ik smeer een paar boterhammen, zet een thermoskan thee, pak mijn tas, doe de deur op slot en fiets weg. In de bieb zitten andere mensen te werken, lezen of studeren.
En dat werkt. Zien werken doet werken. Ik sta niet op om een wasje te doen. Ik maak dingen af, want ik ben er om te werken. Er zijn mensen die te luid praten of koekjes knagen. Ik spreek even iemand over iets groots of kleins.
En als ik mijn klus geklaard heb, stop ik mijn laptop weer in mijn tas, trek mijn jas aan en fiets door de buitenlucht naar huis.
Soms denken mensen dat daar veel discipline nodig is, maar bij mij is het tegendeel waar. Zodra de puber naar school is en de man naar het werk, zit ik gedoucht en aangekleed met koffie achter mijn bureau. (Dat is dus vaak al om 8 uur ‘s ochtends. Wie mij nog kent van vroeger weet dat dit een mirakel is). Met schoenen aan, want zonder voel ik me te casual. Ook mijn tanden zijn gepoetst.
Ik begin de dag met het maken van een lijstje van wat ik die dag wil doen en dan ga ik aan de slag. Soms begin ik met het verder schrijven aan een verhaal, soms begin ik juist met de administratie of een saaie klus, zodat dat maar gedaan is.
Ik werk een paar uur, eet wat tussendoor, drink nog een kopje koffie. Om me niet al te alleen te voelen, kijk ik vaak op twitter, mijn koffiemachine. Facebook heb ik op mijn werkcomputer afgeschaft. Bleef ik te lang hangen.
Werk en prive zijn op zo’n dag strikt gescheiden. Soms doe ik een wasje om dat een uurtje later op te hangen, maar daar blijft het bij. Zelfs een wandeling met mijn echtgenoot die veel thuis was voelde als spijbelen.
Om een uur of vier ‘s middags is de koek op en stop ik ermee. Ik doe lopend boodschappen, hoor de verhalen van man en kind aan en zijg op de bank voor een boek, krant of Facebook.
Heerlijk zo ongestoord te kunnen werken, vooral met het vooruitzicht niet eens gestoord te kĂșnnen worden.
Maar soms ben ik mezelf zat. Die eeuwige terugkerende gedachten, dat geneuzel in mijn hoofd. En soms zit ik meer op twitter dan in mijn verhaal, omdat het gewoon even niet wil. Soms wil ik gestoord worden, even iemands verhaal horen, een domme grap. Ik kan het zelfs missen om me te ergeren aan luid pratende mensen of koekjesgeknaag.
Daarom werk ik zo af en toe in de bieb, soms met andere thuiswerkende ZZP’ers.
Dan ziet mijn dag er anders uit. Ik smeer een paar boterhammen, zet een thermoskan thee, pak mijn tas, doe de deur op slot en fiets weg. In de bieb zitten andere mensen te werken, lezen of studeren.
En dat werkt. Zien werken doet werken. Ik sta niet op om een wasje te doen. Ik maak dingen af, want ik ben er om te werken. Er zijn mensen die te luid praten of koekjes knagen. Ik spreek even iemand over iets groots of kleins.
En als ik mijn klus geklaard heb, stop ik mijn laptop weer in mijn tas, trek mijn jas aan en fiets door de buitenlucht naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten