vrijdag 11 oktober 2019

Mijn eerste homo

In het dorp waar ik opgegroeid ben, woonden geen homo’s. In mijn familie waren geen homo’s. Op de middelbare school in een middelgrote stad waar ik naar toe ging, zaten geen homo’s. Ik wist wel dat ze bestonden, maar ik kende ze niet. Ik hield me er ook nauwelijks mee bezig. 

Pas toen ik naar de kunstacademie ging, ik was toen 17, ontmoette ik mijn eerste homo. Een medestudent die vertelde dat hij in het weekend uit was geweest bij het COC. Toen ik vroeg wat dat was en hij het uitlegde, viel het kwartje. 

Ik zal niet zeggen dat het me niks deed, dat ik er totaal onverschillig over was. Daarvoor vond ik het allemaal net te interessant. Dit was er dus een en hij was al lang samen met nog een.
Dat ik het nog weet, zegt genoeg. Het was wel een dingetje.

Op school en feestjes waren er meer en ik leerde natuurlijk ook lesbiennes kennen. En al snel kende ik er zoveel dat het gewoon werd.

Ergens was ik jaloers op de openheid waarmee ze ervoor uitkwamen en de trots die ze uitstraalden. 
Heel eerlijk gezegd vond ik mezelf vreselijk gewoontjes met die verliefdheden op jongens. Saai. Doorsnee. Ik heb geprobeerd verliefd te worden op een meisje, vond sommige ook echt buitengewoon leuk. Maar ik moest erkennen: ik ben toch echt hetero. 

Toen mijn dochter in de brugklas zat, vertelde ze tussen neus en lippen door dat er een homo in de klas zat. Er was een docent die op mannen viel. En een meisje in de tweede vertelde dat ze op meisjes viel. Als ik met mijn dochter praat over later, zeg ik meestal: als je dan samen bent met een man, of met een vrouw. 
Haar eerste homo zal ze niet onthouden, denk ik. Veel te gewoon.

Later ontdekte ik natuurlijk dat er wel degelijk homo’s in mijn klas zaten, in ons dorp woonden en in onze familie zitten. Wat jammer dat het toen niet zo gewoon was om het gewoon te vertellen. Tussen neus en lippen door.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten