donderdag 31 januari 2013

Omdat ik het zeg!


Ik vind mezelf niet dominant. Ik dring mijn plannen niet op, zo mogelijk gaan dingen in overleg en ik vind mijn visie niet perse beter dan die van een ander. Als er tegengestelde belangen zijn, dan valt er bij mij altijd over te praten en ik geef mijn mening graag voor een betere. Ik hoef niet per se (altijd) gelijk te hebben en ik heb ook nog eens een zekere mate van geduld als het wat langer duurt om mijn eigen wensen te vervullen. Waarom zou mijn wens meer waard zijn dan die van een ander tenslotte?

En dat was een prima manier van leven, in harmonie met de mensen om mij heen, in rust en vrede met mijzelf.

Tot ik moeder werd.

Ik herinner mij een moment in de speeltuin. Het was nog in ons oude huis, dus Anne was niet ouder dan anderhalf. Ik zat op een bankje en was het na een half uurtje wel zat, ik wilde naar huis. Niet omdat ik een afspraak had, niet omdat ik iets moest doen, maar gewoon omdat ik niet langer in de speeltuin wilde zijn.
Maar het lukte me niet om Anne mee te nemen. Het woordje nee kende ze al erg goed. Ze vermaakte zich zó goed en was zo gelukkig dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen.
Ik dacht: Je hebt gelijk ook. Ik ben teveel met mezelf bezig. Waarom zou mijn wens meer waarde hebben dan die van jou?

En ik had daar geen goed antwoord op, maar ik besefte zeer goed dat je als ouder de hele dag door dingen voor je kind moet beslissen, omdat ze dat zelf gewoon nog niet kan. Wat eet ze, wanneer slaapt ze, wanneer gaan we waarheen en wanneer weer terug en welke school en wel of geen snoep en wel of niet logeren en wel of niet op gym of pianoles en nu naar huis of nog even in de speeltuin blijven.
En ik besefte ook heel goed dat je als ouder geen gelijkwaardige positie inneemt: je moet als ouder voor je kind beslissen, hij heeft dat nodig, het geeft hem de broodnodige veiligheid. Een kind laten beslissen (als dat al kan) geeft hem veel te veel verantwoordelijkheid. Ik weet dat. Maar o men, wat vind ik dat soms lastig.

Ineens, daar op dat bankje in de speeltuin, realiseerde ik me dat ik, naast een prachtig meisje, ook een leidende rol in de schoot geworpen had gekregen, een verantwoordelijke en beslissende rol in het leven van iemand anders. Ik die altijd in overleg dingen deed, moest opeens in de meeste gevallen mijn ideeën laten prevaleren boven die van haar.

En dat vind ik vooral lastig omdat ik niet perse vind dat mijn ideeën beter zijn dan die van een ander. Opvoeden vergt een soort van innerlijk zelfvertrouwen dat jij beter weet wat goed is voor de ander dan die ander zelf.

Natuurlijk krijgt en neemt ze steeds meer ruimte om zelf dingen te beslissen en ik ben heus niet de hele dag aan het tobben of onderhandelen.
Als het een veiligheids- of gezondheidskwestie betreft is het duidelijk natuurlijk, maar als het gaat om wat ik wil versus wat zij wil (speeltuin, logeren) zonder dat er verder een noodzaak voor 't een of 't ander is, dan raak ik innerlijk nog wel eens in de knoop.

Laatst was er weer een kwestie. Anne wilde logeren, voor de lol, en dat kon best, maar mijn hele lijf zei: NEE. Ik had Zo Geen Zin In Gedoe.
Kind boos, ik schuldgevoel. Rotmoeder. Egoïst.

Toen ik de kwestie besprak met wat medemoeders zei er eentje, (moeder van 4 stuks) zo simpel als wat: 'Geen zin in gedoe' is een hele goede reden om nee te zeggen.' En dat vond ik zo'n eenvoudige en rustgevende opmerking. En waar. Die houden we erin. Bedankt, Tinkerbelletjes!





zondag 27 januari 2013

De geur van papier


Sinds de zomer heb ik een ereader. Ik lees er best veel op, maar net zo lief lees ik nog papieren boeken. Dit zijn nu, na een half jaar ongeveer, mijn bevindingen:
  • je leest geen boek: je leest een verhaal. Dat vind ik nogal een verschil. Er is geen boek, je houdt een apparaat vast en leest het verhaal. Daar zit geen waardeoordeel in, ik besefte alleen dat ik tot ik zelf een ereader had, ‘verhaal’ synoniem achtte voor ‘boek’.
  • en daar hangt mee samen: ik heb het gevoel dat ik een kopie lees. In feite is dat ook zo. Van een papieren boek bestaat een werkelijk exemplaar dat ik het mijne kan noemen. Een ebook is een digitale kopie en heeft alleen al om die reden zelf geen waarde. Het is zoals je een liedje downloadt, het is niet het liedje zelf, maar een kopie, waarvan er eindeloos veel te maken zijn. Dat maakt dat ik een ebook niet echt als mijn bezit ervaar, want er valt niks te bezitten.
  • en daar hangt weer mee samen: een papieren boek wordt in de loop van de jaren steeds persoonlijker, er zijn in de loop van de tijd gebruikssporen te zien, grassprietjes van zomers geleden, vlekken, een oud bioscoopbonnetje als bladwijzer, de geur van een oud boek! Je kunt erin schrijven wanneer je het gekregen hebt en van wie. Je kunt het laten signeren! Ik kan van een boek houden.
  • jammer en lastig vind ik ook dat de meeste verhalen die als ebook uitkomen geen achterflaptekst hebben. Die lees ik graag, ook als ik al halverwege ben of zelfs na afloop.
  • wat ik echt een aderlating vind is dat de opmaak verloren gaat. Elk verhaal krijgt dezelfde opmaak. Je kunt wel zelf een ander lettertype invoeren, maar dat is marginaal. De liefde van de vormgever die je voelt in mooi opgemaakte pagina’s, valt volledig weg en die mis ik echt.
  • de voorkant van het boek krijgt veel minder waarde. Normaal slingert het boek dat je aan het lezen bent door de kamer en zie je tientallen keren het omslag. Je gaat ervan houden (of niet). Maar nu zie je alleen een slap zwartwit aftreksel net voor je de eerste pagina gaat lezen en daarna nooit meer.
  • ik vind het prijsverschil met papieren boeken nog erg klein. Ik geef dan liever iets meer geld uit en koop het papieren boek.
  • je kunt een ebook niet goed cadeau geven. Natuurlijk, daar zijn wel mogelijkheden voor, maar ik vind een mooi boek bij uitstek een prachtig cadeau, en een ebook heeft niet de charme van een mooi vormgeven, lekker zwaar in de hand liggend boek met een mooi papiertje erom.
  • als schrijver heb ik ook bezwaar tegen het ebook. Er circuleren al diverse illegale kopieën van mijn boeken over het net, zelfs van boeken die officieel niet als ebook zijn uitgebracht! Daar is bijzonder weinig aan te doen vooralsnog. Ik baal daarvan. Zeker als op sommige van die aanbiedingssites ‘de scanners en uploaders’ worden bedankt voor hun werk, maar de schrijvers niet!
  • als ik eenmaal in het verhaal zit, maakt het mij geen biet meer uit of het nu papier of e is. Ik weet het zelfs soms niet eens meer.

Pro:
  • een grote meerwaarde van een ebook vind ik de zoekfunctie. Zeker bij wat ingewikkelder verhalen is de vraag ‘hoe zat dat ook alweer’ makkelijker te beantwoorden als je het even terug kunt zoeken. Als ik nu een papieren boek lees, mis ik dat echt.
  • handig vind ik ook dat je zoveel boeken tegelijk bij je kunt dragen. Dat geeft me een geweldig gevoel als ik de trein in stap: la mij maar lekker vertraging oplopen, ik red me wel!
  • heel erg handig vind ik de snelheid: als ik NU beslis dat ik een boek wil lezen, staat het een paar minuten later op mijn ereader.
  • mocht de prijs ooit zakken, dan zal ik veel sneller een boek downloaden om eens even te proberen. Nu doe ik dat niet, want ik ga geen 10 of 15 euro uitgeven voor iets waar ik wellicht niks aan vind.
  • als schrijver zie ik mogelijkheden: ik zou verhalen eenvoudig in eigen beheer kunnen gaan uitgeven. Ook boeken voor kleine doelgroepen, die nu te duur zijn om te drukken, worden weer mogelijk. En je kunt bijvoorbeeld eenvoudig ebooks gratis verspreiden ter promotie, of de eerste drie hoofdstukken. Ik ben niet zo’n visionair, maar er zijn vast nog meer mogelijkheden te bedenken, bijvoorbeeld gepersonaliseerde uitgaven (boeken met de naam van je kind als hoofdpersoon), feuilleton-achtige uitgaves, je boek meteen aanpassen aan de actualiteit.

Het valt me op, nu ik alles zo bij elkaar gezet heb, dat het me vooral om waarde gaat. Een ebook heeft voor mij in alle opzichten minder waarde. Of laat ik het anders zeggen: een papieren boek heeft voor mij in alle opzichten meer waarde. En ik weet zeker dat ik niet de enige ben die er zo over denkt. Ik vind het bijzonder om, nu het ebook er is, te beseffen wat het papieren boek voor waarde heeft.

Heb jij een ereader? Zweer je erbij of vind je het verschrikkelijk?

zondag 20 januari 2013

(Niet zo'n heel erge) bekentenis


Goed. Tijd voor een bekentenis.

Niet zo'n hele erge, maar toch:
Ik hou niet van sport.

Bewegen om het bewegen, alleen omdat 'het zo goed voor je is' vind ik een extreem zinloze bezigheid. Als ik tien kilometer van mijn werk zou wonen, zou ik dat zonder problemen elke dag fietsen. Ik zou mezelf wel willen verhuren als verhuizer, ik zou in een flat op achthoog kunnen wonen zonder lift. Echt. Maar zomaar acht trappen oplopen? Of naar een gebouw gaan om daar te fietsen of te springen of te steunen en te kreunen zonder achterliggend doel? Natuurlijk, ik wéét dat het goed is voor zo’n beetje alles, maar dat is voor mij toch niet voldoende motivatie. Zo blijkt. Het zwaarste weegt: ik vind het zo’n tijdverspilling. Wat had ik wel niet kunnen lezen en schrijven in die kwartiertjes? :-)

Om het nuttige met het aangename te verenigen heb ik zelfs een tijdje achter mijn verhoogde werktafel een hometrainer gezet, zodat ik tijdens het schrijven kon bewegen. Tijdens het hoepelen en steppen (wat ik heus nog wel eens doe) kijk ik films en lees ik boeken, waar ik ook te weinig tijd voor neem.

Ik heb het geprobeerd, echt. Ik heb gejudoot, getafeltennist, gejazz-ballet (dit was nog in de eighties), ik heb gezwommen, hardgelopen, geyogaat en zelfs trof ik mijzelf enkele keren aan in een sportschool waar ik body-balancte, body–pumpte (serieus waar) en gewoon fitnesste. Bij ons thuis bevinden zich een stepper, een springtouw, een rekelastiek, diverse gewichten, een hoepel en in de hoek staat een roeiapparaat. Een hometrainer en een andere roeimachine zijn alweer weg.

Mijn eisen aan de sport die ik zou willen doen zijn:
  • niet in teamverband
  • geen competitief element
  • geen bal
  • niet ergens naar toe hoeven
  • niet op vaste tijden
  • het liefst (ook) alleen kunnen doen
  • er geen techniek voor hoeven leren, ik wil het al kunnen
Al een paar jaar geleden heb ik het opgegeven mezelf te verplichten regelmatig “iets” aan sport te doen. Niet dat ik daarvoor iets deed, maar ik had tenminste nog een schuldgevoel. Toen dat weg was voelde ik een enorme bevrijding. Ik doe vrijwel alles op de fiets en dat vind ik voorlopig gewoon genoeg.

Er is één ding wat ik wel echt fijn vind. En dat is een eind lopen. Een flinke wandeling maken, alleen of met een leuk iemand, met of zonder muziek. Een uur, anderhalf uur, twee uur. Daar draai ik mijn hand niet voor om. Het kost tijd, maar om de een of andere reden vind ik dat minder erg. Omdat het fijn is. Omdat je over van alles na kunt denken of praten of lekker over niks. Omdat ik meteen merk dat het goed voor me is, ook voor het schrijven van mijn verhalen. Denken kan heel goed onderweg. Geen afleiding, geen moet-dingetjes die belangrijker lijken, zelfs al zijn die er, ik kan er gewoon niets aan doen op dat moment.

Het is zelfs zo dat ik iets als boodschappen tien keer liever lopend doe dan fietsend. Ik heb er zelfs een kek boodschappenkarretje voor aangeschaft bij de Ikea. 

Lopen is als varen: het gaat zo langzaam, dat je je wel over moet geven aan een trager tempo dan waar je in zat. En dat brengt de zaak tot rust. En tegelijkertijd kom je een heel eind. En dat is voor iemand als ik erg goed: als ik opeens geen zin meer heb, kan ik er niet à la seconde mee ophouden. Ik moet dat hele eind ook nog terug :-)




Natuurlijk, het kan op bijna elke schoen. Maar omdat ik jarig was heb ik mezelf deze loopschoenen cadeau gedaan. Om mijn voornemen dit vaker te doen kracht bij te zetten. Het eerste uur lopen heb ik er al op zitten. Heerlijk.  

vrijdag 11 januari 2013

Juf Iris


Na mijn illustratiediploma aan de kunstacademie haalde ik ook nog mijn lesbevoegdheid. Al met al heb ik acht jaren in de van Heutszkazerne rondgelopen, mét studiebeurs, onvoorstelbaar dat dat toen nog kon.

De lerarenopleiding deed ik vooral omdat het kon, en omdat ik er weinig vertrouwen in had dat ik van het illustreren alleen zou kunnen leven. Voor de zekerheid. (Of waren het nou mijn ouders die dat zeiden?)

Al tijdens de opleiding kwam ik erachter dat lesgeven in creatieve vakken iets wezenlijk anders is dan het creatieve vak zelf. Het gaat om overbrengen en motiveren.
Ik ontdekte ook meteen dat dat niets voor mij was. Zeker niet bij middelbare scholieren die het alleen deden omdat het moest. Veel en veel liever was ik met mijn eigen creatieve proces bezig, dat geef ik onmiddellijk toe.

Maar er is natuurlijk ook de andere kant van het lesgeven: aan mensen die iets heel graag willen leren en aan je lippen hangen. Daar stuitte ik bij mezelf op een ander soort weerstand: ik had het gevoel dat ik niet zoveel te vertellen had over het vak.

Langzaam maar zeker is dat laatste aan het verschuiven. De eerste paar keer dat ik een lezing gaf of een workshop lag ik (letterlijk) de hele nacht wakker en bezwoer mezelf dat ik dit nóóit weer zou doen. En elke keer na afloop dacht ik: dit moet ik veel vaker doen. Het is zó leuk! De onverwachte vragen, de mensen die alles van je willen weten, die oprecht geïnteresseerd zijn. Ook heb ik de afgelopen jaar twee stagiaires gehad: enorm gemotiveerde studentes die ik ongelooflijk veel te vertellen had. Ik vónd het leuk!

Het mooiste vond ik de ontdekking dat alles wat je in de loop van de tijd geleerd hebt, niet alleen voor jezelf van waarde is, maar ook voor andere mensen. En dat het me lukt om het over te brengen!

Zo langzaam maar zeker wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van mijn werk. Alleen al de komende maand heb ik vijf lezingen/workshops en ik ben van plan om het nog vaker te doen.

Hebben mijn ouders toch gelijk gehad, maar niet om de reden die ze dachten :-)


vrijdag 4 januari 2013

Veertig!


Veertig!

Ik ben het al bijna een jaar.

Dertig worden vond ik een flinke hobbel. Voor mijn gevoel moest ik na mijn dertigste verjaardag alles gaan waarmaken wat ik allemaal “later” zei te willen gaan doen. Na mijn dertigste was Later definitief begonnen en waren er geen excuses meer, ik kon me niet meer beroepen op te jong of net komen kijken. Ik vond dat best een hangijzer. Nu kwam het erop aan.

Vorig jaar werd ik veertig. Kan nog steeds niet geloven dat ik het ben: vrouwen van veertig zijn mevrouwen met gekapte kapsels en bijpassende sieraden en een baan en een keurig huis, en waar de sokken die bij elkaar horen naast elkaar aan de waslijn hangen, en die nooit zonder melk of koekjes zitten en die aan iedereen z’n verjaardag denken en alles op orde hebben.

Veertig worden vond ik bijzonder.

Veertig worden gaf mij een gevoel van status. Ik ontleen er een soort van instant zelfvertrouwen aan: ik ben geen broekie meer. Ik moet en wil nog enorm veel leren, en ik weet ongelooflijk veel níet, maar ik ben ook echt geen beginneling meer. Niet alleen wat betreft mijn werk, maar ook wat betreft leven. Keek ik vroeger snel op tegen mensen met meer ervaring of meer bluf, nu zit er een diep verankerd besef dat ik óók iets te vertellen heb. En dat geeft rust. Ik weet ontzettend goed wat ik wil en durf steeds meer nee te zeggen tegen dingen die niet bij me passen. Ook laat ik me minder snel uit het lood slaan door mensen met een andere mening.

Wel is mijn gevoel van urgentie toegenomen. Ik weet dat het snel gaat en dat niemand weet hoe oud hij wordt. Mijn eigen vader stierf negen jaar ouder dan ik nu ben, drie jaar ouder dan mijn echtgenoot nu is. Maar ook die gedachte helpt bij het onderscheid maken tussen wat ik wel en niet wil.

Een paar jaar geleden was ik nog niet zover en had veel last van stress. Ik werkte idioot veel en moest van alles van mezelf, het was nooit (goed) genoeg. Tot zich steeds nadrukkelijker de vraag opdrong: waar doe ik dit allemaal voor? Het antwoord was: om een leuk, fijn, liefdevol leven te hebben met de mensen van wie ik hou en de dingen te doen die ik het liefste doe.

En onmiddellijk sloeg het besef me midden in mijn gezicht: dat leven héb ik al. Maar door al dat gestress raak ik juist verder van dat leven af.

Ik weet nog precies waar ik zat toen het me echt bijna teveel werd. Het was in de zomer van 2008, na het behalen van een paar belangrijke en onhaalbare deadlines, net voor ik Anne van de kinderopvang haalde. Ik had nog een uurtje over en (wonderbaarlijk dat ik het mezelf toestond) ging het in park zitten en maakte deze foto's. Hey, de datum staat erbij: 25 augustus 2008 om 16:48. Ik kan het gevoel (nogal keeldichtknijperig, paniek en huil) van die tijd weer precies naar boven halen en wil dat Nooit Meer.















Het duurde nog even voor ik wist hoe het moest, maar ik kijk nu terug op een jaar waarvan ik er nog wel veel meer zou willen beleven, behalve dan dat mensen van wie je houdt niet zouden mogen sterven.


















Eenenveertig, here I come!

Hoe is het voor jullie om dertig, veertig, vijftig te worden?

woensdag 2 januari 2013

Mijn To Do lijst

Ah, een nieuw jaar!

Ik kijk terug op een goed persoonlijk jaar. Had ik eerdere jaren nog af en toe bovenmatig veel last van stress en slecht slapen, afgelopen jaar is dat erg goed gegaan. Dat wil ik zo houden. Ik blijf steeds dichter bij mezelf, en nee zeggen gaat me steeds beter af.

Op mijn werkkamer hangen al jaren vier magneetborden, waar ik mijn planning op bijhoud. Twee ervan hangen vol met lopende zaken en wachten op”. De twee andere met “vage plannen” en “concrete plannen” hangen het volst.

Een paar jaar geleden vond ik dat jammer. Al die plannen waar ik nog geen tijd voor had. Die lijst die mij aanstaarde voelde als falen. Nog stééds niet af.

Tot ik op een dag inzag dat géén plannen hebben dodelijk is. Plannen en ideeën genereren energie. Ik word heel erg blij van plannen maken (al zou ik willen dat ik veel meer tijd had).
Plannen zijn fijn! Voorpret! Altijd iets om over na te denken in de rij bij de kassa of tijdens de zwemles van je kind.

Mijn plannen voor het komende jaar:
  • Er komen in elk geval twee nieuwe boeken uit: Zwaartekracht (een roman voor jongvolwassenen bij uitgeverij van Goor) en Bas wil een Beest (een leren-lezen boekje bij uitgeverij Delubas)
  • Daarnaast heb ik plannen voor een boekje met ultrakorte verhalen, waar ik zelf linosnedes bij wil maken.
  • En ik wil iets gaan doen met de tientallen korte verhalen die ik in de loop van de tijd geschreven heb.
  • Ik ben al lang bezig om mijn moeder te interviewen over haar leven. Daar komt ook een boekje van (oplage: 4 stuks).
  • Ik wil cursussen/workshops schrijven gaan geven.
  • En: veel lezen. Veel films kijken. Muziek luisteren.

Mijn To Read lijst is enorm en groeit alleen maar. Een greep:
  • Overstroomd van Eva Moraal
  • De jongen in de gestreepte pyjama
  • Nachttrein naar Lissabon
  • Bonita Avenue (ben ik nu aan het lezen-mooi)
  • De Graanrepubliek van Frank Westerman
  • Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht
  • De nieuwe boeken van Vonne van der Meer, Willem Jan Otten, Gebrand Bakker, Mensje van Keulen. Gelukkig ben ik bijna jarig :-)


En het leukste is natuurlijk dat ik na het redigeren van Zwaartekracht weer aan een nieuw boek kan/mag/wil beginnen. Mijn voelsprieten schuiven langzaam uit, er suddert en borrelt van alles in mijn hoofd. Ik geniet daarvan.

En bovenal natuurlijk: genieten van mijn geliefden, vrienden, van alles wat het leven me te bieden heeft. En dat is veel. Heel erg veel.


Een van de "vage plannen" die ik ooit tot uitvoer heb gebracht is het boekje Ingeblikt. Ik heb het in een kleine oplage zelf laten maken en (helemaal uit-) verkocht! Ik heb het nu als pdf op mijn website gezet waar je het gratis mag downloaden. 

Wat zijn jullie plannen?