zondag 10 november 2013

Schrijftips tijdens Nanowrimo (en daarna)

Je bent voortvarend van start gegaan, misschien zelfs meer geschreven dan je van plan was, het ging heel erg goed en nu lukt het niet meer.

Herkenbaar? Volstrekt normaal en zelfs een bekend fenomeen op zo ongeveer de helft van Nanowrimo. Je bent voor een groot deel leeggelopen, alles waar je al maanden of zelfs jaren mee rondliep staat nu op papier of in je scherm. En nu weet je het even niet meer.

Ten eerste: geen paniek! Het is normaal. Het overkomt iedereen, zelfs gerenommeerde schrijvers. Het wil niet zeggen dat je verhaal niet deugt of dat jij niet deugt. Het wil alleen zeggen dat je even afstand moet nemen om te zien waar en hoe je verder kunt gaan. Zoals een schilder een paar stappen achteruit zet om het geheel te overzien.

Een schrijfdip betekent in de meeste gevallen dat je hersens nog altijd op volle toeren draaien om weer aan de slag te kunnen met je verhaal, maar dat ze het beginnetje nog niet hebben gevonden.

Dat kan lukken met de volgende tips:
  • Vertel iedereen dat je meedoet. Niet alleen werkt het als een stok achter de deur, het uitspreken van 'ik doe mee met nanowrimo' is voor jezelf ook een statement. Bleef het tot dan toe misschien bij een vage belofte aan jezelf, nu heb je het gezegd. Waarschijnlijk voelt het stoer en eng tegelijk.
  • Als mensen er nu naar vragen, zeg dan in alle eerlijkheid dat het even niet zo lekker gaat. Gebruik in elk geval het woord 'even' of 'op dit moment' want zo is het. Morgen, vanavond kan het weer anders zijn! Zoek ook contact met medeschrijvers op fora en twitter, en je zult merken dat schrijfdips schering en inslag zijn.
  • Noteer zoveel mogelijk vragen. Wie maakt wat mee, wanneer, waarom? Vooral die laatste vraag is natuurlijk belangrijk. Een verhaal is uiteindelijk niets anders dan oorzaak en gevolg. Vooral het woord 'waardoor' is behulpzaam.
  • Noteer in het zeer kort het verloop van jouw verhaal tot nu toe, bv: eenzame man komt op een dag een oud klasgenoot tegen, waardoor er herinneringen boven komen, waardoor hij nieuwsgierig wordt, waardoor hij op zoek gaat, waardoor hij ontslag neemt... etc. Deze rode draad helder hebben helpt je om verder te denken.
  • Schrijven op papier als je normaal op de computer schrijft en andersom, kan ook helpen om je op een ander spoor te zetten. Beide heeft voor- en nadelen. Probeer het uit. Evenals op een andere plek schrijven. Ga koffiedrinken met je notitieboek in de stationsrestauratie of in de hema en ontdek wat dat met je doet.
  • Het allerbelangrijkste bij Nanowrimo is dat je de innerlijke criticus de mond snoert. Het is tevens het allermoeilijkste. Hou jezelf voor dat het geen meesterwerk mag worden, dat je alle 50.000 woorden na afloop weggooit. Nanowrimo is een oefening om je eigen stem te vinden, zoals een pianist duizenden vingeroefeningen doet die ook nooit door iemand gehoord worden.
  • Het kan helpen om jouw IC, als hij dan toch te hard schreeuwt om verder te werken, een eigen stem te geven in een apart document. Noteer alle opmerkingen die hij maakt daar en besteed er verder weinig aandacht aan. (Kun je niet, dit is cliché, en jij denkt dat je schrijven kan? Wat een blabla.)
  • Let ook nog niet op spelling en interpunctie (zet die functie uit in je tekstverwerker, het leidt alleen maar af).
  • Je hoeft vandaag niet verder te gaan waar je gisteren gebleven was. Lukt het even niet, schrijf dan aan een scène die veel verder in het verhaal plaatsvindt.
  • Je hoeft zelfs niet in hele zinnen te schrijven. Losse woorden mogen ook. Waar het om gaat is dat er iets op gang komt, iets begint te stromen in je hoofd.
  • Zie de scène in gedachten voor je, alsof je er bij bent, alsof je je hoofdpersoon bent. Loop rond in je zelfbedachte ruimte, praat met je zelfgeschapen personages, onderga de scène. En schrijf alles op wat je opvalt in je nieuwe gedaante. Een schrijver is een acteur.
  • Gebruik al je zintuigen, veel schrijvers focussen op beeld en taal, maar er is ook geur, geluid, gevoel en smaak. Hoe zintuiglijker je schrijft, hoe levendiger!
  • (Her)lees een boek dat je goed vindt. Leg het gewoon naast je toetsenbord en sla het af en toe open. Mij helpt dat enorm om weer op stoom te komen.
  • Schrijf zo concreet mogelijk, niet: Hij ging eten, maar: Hij haalde een patatje oorlog. of: Hij dineerde in Kaatje bij de Sluis. Twee redenen: 1. Het wordt er veel beeldender van (je ziet het patatje voor je) en 2. Je kunt er de persoon verder mee karakteriseren. Iemand die een patatje haalt is een ander persoon dan wie gaat dineren.
  • Lees je tekst terug. Zit er een personage in of detail dat je terug kunt laten komen? Vooral als je in een flow hebt geschreven, zul je zien dat je jezelf verrast met wat je schreef. Mij overkomt het heel vaak dat ik iets geschreven heb dat later wonderwel van pas blijkt te komen om het verhaal verder te laten stromen. Dat kan een persoon zijn maar ook een handeling of een voorwerp.

2 opmerkingen:

  1. Ha... omdat ik mezelf dit jaar echt wil pressen het te vervolmaken zonder echt die 50.000 te moeten redden, heb ik het alvast online gezet... Mijn #nanowrimo-boek... zie http://mightymusings.nl/nanowrimo/

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk Pixelprinses! Dat is ook een mooie stok achter de deur!

    BeantwoordenVerwijderen